les 4 par 1.4 rekenen aan mengsels

Hoofdstuk 1
 Stoffen en mengsels 
paragraaf 1.4 deel B
1 / 37
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1
 Stoffen en mengsels 
paragraaf 1.4 deel B

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: ..............
● Uitleg: ..............
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij NaSk2
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Beginpagina met timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Planning MAVO 3
Week
Les 1:
Les 2:
Opmerking
40 (4 okt)
Poster afmaken
41 (11 okt)
§
§1.4 
42 (18 okt)
VAKANTIE
VAKANTIE
VAKANTIE
43 (25 okt)
PO - mengsels scheiden
PO - mengsels scheiden
44 (1 nov)
PO - mengsels scheiden
§1.5
45 (8 nov)
Formatieve toets (0x)
§1.5 + bespreken f-toets
46 (15 nov)
Summatieve toets (3x)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Deze les:
  • Nakijken + HW-controle
  • Herhaling
  • Uitleg leerdoelen 1.4: Massapercentage, volumepercentage, concentratie en oplosbaarheid. 
  • Huiswerk bespreken: maken + nakijken 1.4 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  • Ik kan het massapercentage van de samenstelling van een mengsel berekenen en gebruik je juiste eenheid.
  • Ik kan het volumepercentage van de samenstelling van een mengsel berekenen en gebruik je juiste eenheid.
  • Ik kan de concentratie van een oplossing berekenen.
  • Ik kan met de oplosbaarheid verklaren of je een verzadigde oplossing hebt en beschrijven wat de invloed van de temperatuur is. 
Leerdoelen §1.4

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

100 koeien

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

99 koeien
1 schaap

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

54 koeien
2 schapen
24 kippen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

54 koeien
2 schapen
24 kippen
Hoeveel procent van de dieren is een kip?


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

54 koeien
2 schapen
24 kippen
Totaal aantal dieren 
54 + 24 + 2 = 80

24 hiervan zijn kippen.



Hoeveel procent van de dieren is een kip?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

54 koeien
2 schapen
24 kippen
Totaal aantal dieren 
54 + 24 + 2 = 80
24 hiervan zijn kippen.



Hoeveel procent van de dieren is een kip?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

54 koeien
2 schapen
24 kippen
Totaal aantal dieren 
54 + 24 + 2 = 80
24 hiervan zijn kippen.


massa% = 30 %
Hoeveel procent van de dieren is een kip?
8024100

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Massapercentage
Massapercentage is de hoeveelheid stof in een mengsel uitgedrukt in procenten

Massa druk je uit in mg, g, kg, etc

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Bestek kan gemaakt zijn van RVS (roestvrij staal).
In 1250 kg RVS zit 137,5 kg chroom.
Bereken het massapercentage chroom in RVS.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Voorbeeldvraag 2
Pietje gaat een nasi maken. De ingrediëntenlijst is als volgt: 80 g kipkruiden, 510 g rijst, 350 g kipfilet en 1,06 kg groenten. 
Bereken het massapercentage kipfilet in de nasi. 

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Volumepercentage
Volumepercentage is de hoeveelheid vloeistof of gas in een mengsel uitgedrukt in procenten

Volume druk je uit in mL, L, cm³, dm³, m³ etc 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


6 liter lucht bestaat uit 4,68 dm³ stikstof, 0,00126 m³ zuurstof en de rest zijn andere gassen.
Bereken het volumepercentage zuurstof in de lucht.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Nakijken
Opdracht 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 1.4 deel B Oplosbaarheid en concentratie
  • Je weet dat de oplosbaarheid van een stof gelijk is aan de concentratie van een stof ineen oplossing
  • Je kan oplosbaarheid / concentratie berekeningen uitvoeren.
  • Je weet dat de oplosbaarheid van een stof afhankelijk is van de temperatuur. 
  • Je weet het verschil tussen een verzadigde en onverzadigde oplossing 
  • je kent het verschil tussen hydrofiele (polaire) stoffen en hydrofobe (apolaire )stoffen 
  • Je weet het verschil tussen oplosbaarheid van gassen en vaste stoffen in relatie tot de temperatuur.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Concentratie 
De concentratie van een stof laat zien hoeveel vaste stof is opgelost in een bepaalde hoeveelheid vloeistof.

Concentratie druk je uit in g/L, kg/L, g/mL etc

Concentratie = Hoeveelheid opgeloste stof / hoeveelheid oplossing

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke oplossing heeft de hoogste concentratie?
Oplossing A.
Oplossing B.
A
Oplossing A.
B
Oplossing B.
C
Beiden even groot.
D
Dit is niet te bepalen.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeeldvraag 1.
Jantje gooit twee suikerklontjes in zijn thee. Eén suikerklontje weegt 4 gram. Hij heeft een theeglas met 250 mL thee.
Bereken de concentratie suiker in de thee. Druk je antwoord uit in g/L.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Oplosbaarheid
De oplosbaarheid laat zien hoeveel stof je maximaal kunt oplossen in een vloeistof. 


Oplosbaarheid druk je uit in g/L, kg/L, g/mL etc

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel gram zout kun je oplossen in een liter water?
Zoek je antwoord op in je boek ;)
A
150 gram
B
359 gram
C
3015 gram
D
275 gram

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


Zout heeft een oplosbaarheid (bij 20 graden Celsius) van 359 g/L.

Bereken hoeveel zout er kan oplossen in een zwembad van 10 meter bij 25 meter en 2,50 meter diep. Geef je antwoord in kg.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Onverzadigd, verzadigd en oververzadigd

50 g/L
360 g/L
450 g/L

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


Geef antwoord op deze vraag.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Verschil in oplosbaarheid
  • Niet alle stoffen lossen evengoed op in water 
  • er is een verschil tussen HYDROFIELE / POLAIRE stoffen en HYDROFOBE / APOLAIRE stoffen
  • Hydrofiele stoffen houden van water en lossen goed op in water. 
  • Hydrofobe stoffen zijn waterafstotend en lossen goed op in hydrofobe oplosmiddelen zoals wasbenzine. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Oplosbaarheid en temperatuur 
  • De oplosbaarheid van een stof heeft ook te maken met de temperatuur. Hoe sneller de moleculen bewegen, hoe meer stof er opgelost kan worden. 
  • Maar........ er is een verschil tussen vaste stoffen en gassen die opgelost worden .

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Verschil in oplosbaarheid tussen vaste stoffen en gassen 
Vaste stoffen: 
  • Als je de temperatuur verhoogt kan je meer vaste stof oplossen
  • Als je de temperatuur verlaagt juist minder.

Gassen
  • Als je de temperatuur verhoogt kan je minder gas oplossen
  • Als je de temperatuur verlaagt juist meer .

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Verzadigde en onverzadigde oplossingen 
  • In een verzadigde oplossing kun je geen stof meer oplossen: De stof zakt naar de bodem
  • In een onverzadigde oplossing kan je nog meer stof oplossen:
-->De verzadiging is afhankelijk van de temperatuur
-->En er is een verschil tussen het oplossen van vaste stoffen             en gassen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

De oplosbaarheid van keukenzout is 359 g/L
Tom probeert 384 gram op te lossen in 1 liter water.
Hoe noemen we de oplossing en hoeveel keukenzout zakt naar de bodem?
A
onverzadigd, 359 gram
B
verzadigd, 384 gram
C
onverzadigd, 384 gram
D
verzadigd, 25 gram

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 34 - Video

This item has no instructions

 Rekenen met concentratie en oplosbaarheid uitgelegd. 
Kijk het filmpje 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Eerste les na de herfstvakantie
  • Maken opdracht 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met je werkboek
Maak nu opdracht  103 t/m 112  van je werkboek.

Als je klaar bent: check of je de leerdoelen van 1.4 deel B behaald hebt. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions