This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
1) Zegt het iets over een zelfstandig naamwoord? --> adjective
2) Zegt het iets over de werkwoorden: to be/to seem/to feel/to look/to smell/to sound/to taste? --> adjective
3) Zegt het iets over een ander werkwoord, een bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord? --> adverb
Let op spelling & uitzonderingen! bv. fantastic --> fantastically