Meewerkend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Meewerkend Voorwerp

1. lesdoel

2. wat weet je al over het meewerkend voorwerp

3. wat is het meewerkend voorwerp

4. hoe vind je het meewerkend voorwerp

5. quiz

Lesdoel

Het doel van deze les is dat je begrijpt wat het meewerkend voorwerp is en hoe je het uit een zin haalt.

Wat weet je al over
het meewerkend voorwerp?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt, verneemt of van wie iets wordt afgenomen.

In een zin kan maar één meewerkend voorwerp staan.

Niet in iedere zin zit een meewerkend voorwerp.

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?

1. Zoek eerst het gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp van de zin.

2. Stel nu de vraag: aan wie/ voor wie + gezegde + onderwerp (+ lijdend voorwerp)?

Het antwoord op deze vraag is het meewerkend voorwerp.

Voorbeeld

Abdel en Dinand hebben een lelijke surprise aan hun plagende vriend gegeven.

Meewerkend voorwerp in deze zin? Vul de vraag in voor deze zin. Je krijgt dan: aan/voor wie hebben Abdel en Dinand een lelijke surprise gegeven?

Antwoord voorbeeldzin

In deze zin is ‘aan hun vriend’ het meewerkend voorwerp.

Wat is het meewerkend voorwerp in de komende zinnen?

De mentor mocht de geslaagden hun vwo-diploma overhandigen.

1. de mentor
2. de geslaagden
3. hun vwo-diploma
4. Er is geen meewerkend voorwerp in deze zin.

De gevraagde brochure zullen wij u vandaag nog toesturen.

1. de gevraagde brochure
2. wij
3. vandaag nog
4. u

Zou u mij een bord spaghetti willen opscheppen?

1. u
2. mij
3. een bord spaghetti
4. willen opscheppen

Op tv maakte de generaal de staatsgreep bekend aan het volk.

1. het volk
2. de staatsgreep
3. de generaal
4. aan het volk

De directeur gaf haar een mooi cadeau.

1. haar
2. een mooi cadeau
3. aan haar
4. Er zit geen meewerkend voorwerp in deze zin.

Het vakantiewerk heeft ons vijftig euro opgeleverd.

1. Het vakantiewerk
2. heeft
3. ons
4. vijftig euro

De jongen is heel eerlijk.

1. De jongen
2. is
3. heel eerlijk
4. Er zit geen meewerkend voorwerp in deze zin.

Hoeveel vragen hadden jullie fout ?

1. 0 dat is een 10
2. 1 tot 3 fout dat is een 6
3. 4 fout is een 5.5
4. 5 of meer onvoldoende

Wat vonden jullie van de les?

Hebben jullie nog tips/tops voor ons?