Paragraaf 3: Verhuizen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.

1. Waarom groeit de bevolking?
2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.

1. Waarom groeit de bevolking?
2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?

Deze les:

• Heb je al je spullen bij je?
• Herhaling paragraaf 2
• Uitleg paragraaf 3:

     - Verhuizen

• Werken

In Ledoux-city wonen 500 inwoners. De oppervlakte is 10 km². Bereken de bevolkingsdichtheid.

In Ledoux-city wonen 500 inwoners. De oppervlakte is 10 km². Bereken de bevolkingsdichtheid.

Aantal inwoners /  oppervlakte = bevolkingsdichtheid

Dus: 500 / 10 = 50

Hoe noemen we het gemiddeld aantal jaren dat iemand leeft?

In Ledoux-city worden 600 baby's geboren. Er gaan 200 mensen dood. Bereken de natuurlijke bevolkingsgroei.

In Ledoux-city worden 600 baby's geboren. Er gaan 200 mensen dood. Bereken de natuurlijke bevolkingsgroei.

Berekenen:

Aantal geboortes - aantal sterfgevallen = natuurlijke bevolkingsgroei

Dus:

600 - 200 = 400

De rode pijl gaat over ....

1. Binnenlandse migratie
2. Buitenlandse migratie

De zwarte pijl gaat over ....

1. Binnenlandse migratie
2. Buitenlandse migratie

Mevrouw Ledoux verhuist van Nederland naar Frankrijk. In Nederland noemen we haar een ...

1. immigrant
2. emigrant

Mevrouw Ledoux verhuist van Nederland naar Frankrijk. In Frankrijk noemen we haar een ...

1. immigrant
2. emigrant

Vestigingsgebied

Vertrekgebied

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.

1. Waarom groeit de bevolking?
2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?

Nu doen:

• Maak paragraaf 2 en 3 (zie planner).

Huiswerk:

• Leer vaardigheden, paragraaf 2 en 3.