§10.2 - Zwanger en bevallen

LessonUp


Ga naar student.lessonup.io, log in en open de les met de code linksonderin (4 cijfers).
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare school

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

LessonUp


Ga naar student.lessonup.io, log in en open de les met de code linksonderin (4 cijfers).

Slide 1 - Slide

Programma
  • Welkom

  • Bespreken vragen/huiswerk & herhalen
  • Nieuwe stof
  • Opdracht/werkvorm
  • Klassikale afsluiting
  • Aan de slag/huiswerk

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Opdrachten §10.2 maken + nakijken

Slide 3 - Slide

Wat gebeurt er tijdens de eisprong?

Slide 4 - Open question

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wanneer een vrouw zwanger is.
- Je kunt uitleggen hoe een kind groeit in de baarmoeder.
- Je kunt uitleggen hoe de bevalling gaat.
- Je kunt uitleggen waarom en hoe zwangere vrouwen de baby laten onderzoeken.
- Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat.

Slide 5 - Slide

De bevruchting
Een kern van een zaadcel versmelt met de kern van een eicel, 
dit vindt plaats in de eileider.

Innestelling: na ongeveer 6 dagen zet het bolletje cellen zich vast in het dikke baarmoederslijmvlies. Dan is de vrouw zwanger.

Slide 6 - Slide

Aan de slag
Maak nu opdracht 4 en 5
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Zwangerschap heeft 2 fasen
1. De eerste 12 weken
In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling, het ongeboren kind heet dan een embryo

2. Van week 12 tot geboorte
In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus

Slide 8 - Slide

Placenta
Op de plaats waar embryo is ingenesteld groeit placenta/moederkoek. In de placenta zitten haarvaten (hele dunne bloedvaten waar gaswisseling plaats kan vinden).

Vruchtwater en vruchtvliezen bieden het ongeboren kind bescherming.

Slide 9 - Slide

Navelstreng
3 bloedvaten:
2 navelstrengslagaders
1 navelstrengader

1. voedingstoffen en zuurstof gaan vanuit het bloed van de moeder naar het bloed van het kind. VIA de NAVELSTRENGADER

Slide 10 - Slide

Navelstreng
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen (komen vrij na een verbranding, dus in een baby vindt ook verbranding plaats!!) 

Gaan door de 2 NAVELSTRENGSLAGADERS vanuit het bloed van het kind naar het bloed van de moeder.

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Maak nu opdracht 7, 9 en 11
timer
7:00

Slide 12 - Slide

Bevalling
Indaling: Enkele weken voor de bevalling.

Tijdens de bevalling:
1. Ontsluiting; door weeën gaat de baarmoedermond open. 
2. Uitdrijving: sterke weeën, persweeen, de baby komt via de vagina naar buiten. 
3. Nageboorte: door 1 of meer weeën komt de placenta met vruchtvliezen en de resten van de navelstreng. 

Slide 13 - Slide

Drie fasen van de bevalling

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Maak nu opdracht 14 en 15
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Prenataal onderzoek
1. Echo
De baby wordt zichtbaar doormiddel van geluidsgolven.
2. Vlokkentest (cellen uit het placenta) en vruchtwaterpunctie (cellen uit het vruchtwater): een arts onderzoekt de chromosomen (DNA) in de celkern van de cellen van het ongeboren kindje. 

Slide 16 - Slide

Tweeling

Slide 17 - Slide

Placenta of placenta's?
Bij een 2-eiige tweeling; altijd twee placenta's.

Een 1-eiige tweeling kan 1 of of 2 placenta's hebben. Is de splitsing vóór innesteling dan 2 placenta's. Is de splitsing ná innesteling 1 placenta.

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Opdrachten §10.2 maken + nakijken (zie studiewijzer)
Begrippenlijst 10.2 maken
Herhalen

Slide 19 - Slide