08 Spieren VIG

Spieren Module 3
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

Spieren Module 3

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van de vorige lessen?
Begrippen oefenen
Braindumpen (week 1,2,3)

Slide 2 - Slide

Aan het eind van de les kun je vertellen:
  • Wat de bouw en functies van de spieren is
  • Welke verschillende spiergroepen er zijn
  • Hoe een skeletspier is opgebouwd
  • Hoe de samentrekking van skeletspier tot stand komt

Slide 3 - Slide

Wat weet je al van de spieren?

Slide 4 - Mind map

Functies
  • Beweging
  • Handhaven van de lichaamshouding
  • Ondersteuning / stevigheid
  • Bescherming
  • Warmteproductie

Slide 5 - Slide

Bouw
Uit welke onderdelen bestaat een spier?

Slide 6 - Slide

Werking
Hoe werkt een spier?
Wat is contractie?

Slide 7 - Slide

Drie groepen spierweefsel
  • Skeletspierweefsel: willekeurige
    spieren, dwarsgestreept spierweefsel
  • Glad spierweefsel: onwillekeurige
    spieren
  • Hartspierweefsel: onwillekeurig,
    dwarsgestreept en onvermoeibaar.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Welke spier bestaat uit glad spierweefsel?
A
Bovenbeenspier
B
Hartspier
C
Kauwspier
D
Spierweefsel in de darmen

Slide 10 - Quiz

Uit welk spierweefsel bestaat de hartspier?
A
Willekeurig, dwarsgestreept
B
Willekeurig, glad
C
Onwillekeurig, dwarsgestreept
D
Onwillekeurig, glad

Slide 11 - Quiz

Skeletspieren
Aanhechting aan skelet:
  • Direct op het bot
  • Indirect met pezen, kraakbeen,
    ligamenten, organen of huid.

Slide 12 - Slide

Werking skeletspieren
Tegengestelde werking:
agonist en antagonist

Samenwerkende spieren:
Synergisten (buigen van spieren)

Slide 13 - Slide

Aansturing skeletspieren door zenuwen 
  • Grote hersenen → zenuwuitloper → ruggenmerg
  • Motorische zenuwcel → motorische eindplaat.

Slide 14 - Slide

Hypertrofie en atrofie
  • Hypertrofie: cellen nemen in grootte toe (training)
  • Atrofie: afname van cellen (inactiviteit)
  • Spiercontractie = samentrekken, spier wordt korter.

Slide 15 - Slide

Hoe heten spieren die tegengesteld aan elkaar werken?
A
Agonist en antagonist
B
Antigeen en antistof
C
Atrofie en hypertrofie
D
Aselect en preselect

Slide 16 - Quiz

Wat zie je aan
deze spieren?
A
Atrofie
B
Dystrofie
C
Hypertrofie
D
Lipoatrofie

Slide 17 - Quiz

Ademhalingsspieren
  • Middenrif en tussenribspieren.

Slide 18 - Slide

Onwillekeurig
Willekeurig
Dwarsgestreept
Glad
Hart
Darm
Skeletspier

Slide 19 - Drag question

Welke spier scheidt de borst- en de buikholte van elkaar?
A
Monnikskapspier
B
Kleermakersspier
C
Middenrif
D
Hamstring

Slide 20 - Quiz

Opdracht

Slide 21 - Slide

Wat heb je geleerd over de spieren?

Slide 22 - Mind map

Aan het eind van de les kun je vertellen:
  • Wat de bouw en functies van de spieren is
  • Welke verschillende spiergroepen er zijn
  • Hoe een skeletspier is opgebouwd
  • Hoe de samentrekking van skeletspier tot stand komt

Slide 23 - Slide

                       Begrippen

Slide 24 - Slide

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 25 - Poll