Zo vergelijk je dingen in het Engels:
-er & -
estsmart - smarter - smartest
Let op: Als een woord op -y eindigt zoals 'busy' dan: -ier & -iest
busy - busier - busiest
Ook hier heb je onregelmatige woorden, die moet je uit je hoofd leren.
Voorbeelden:
Good - better - best
Bad - worse - worst
Beautiful - more beautiful - most beautiful