3.1 Leven in een broeikas

H3 Klimaat en landschapszones
P1. Leven in een broeikas. 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H3 Klimaat en landschapszones
P1. Leven in een broeikas. 

Slide 1 - Slide

Planning
- Wat te verwachten in kwt 4+5
- Leerdoelen
- Uitleg H3.1
Maken van de opdrachten.
- Checken van de leerdoelen. 


Slide 2 - Slide

Wat te verwachten in kwt 4+5
 - KWT 4 Bespreken paragraaf H3 paragraaf 1, 2,3,4, (5).

- KWT 5 SO H3 par 1,2,3,4.  (weging 1). 
- Toets H3 par 1 -8 (weging 3). 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- Je weet op welke manier de
atmosfeer verwarmd wordt.
- Je begrijpt het effect van het.
broeikaseffect op de aarde.
- Je kunt uitleggen wat de
stralingsbalans is.
- Je weet wat de inkomende
energie van de zon verdeeld
wordt over de aarde. 

Slide 4 - Slide

Voorkennis

Slide 5 - Slide

De dunne laag om de aarde heen heet ...
A
Ozonlaag
B
de atmosfeer
C
Het heelal
D
de troposfeer

Slide 6 - Quiz

Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door de mens.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Leg uit hoe het broeikaseffect werkt.

Slide 8 - Open question

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Instructie H3.1
Leven in een broeikas 

Slide 11 - Slide

De aarde in balans

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

https://www.smithsonianmag.com/science-nature/travel-through-deep-time-interactive-earth-180952886/







Atmosfeer/dampkring = een dunne deken van lucht om de aarde. 



Slide 14 - Slide

Ontstaan atmosfeer in 3 fases. 
Fase 1, 4.8 miljard jaar geleden. 
Fase 1
De aarde was een bol lava (heet en kleiner dan nu). kon daardoor niet zijn atmosfeer  van  helium en waterstof vasthouden. (Het verdween in de ruimte)

Slide 15 - Slide

Ontstaan atmosfeer 
Fase 2, 3.8miljard jaar geleden. 
Fase 1
Aarde koelt af --> er ontstaat een vaste korst met vulkanen. 
Deze vulkanen stoten allerlei  gassen uit (o.a. kooldioxide (CO2), stikstof (N2),  ammoniak (NH3),) Er ontstaat atmosfeer nummer 2, bestaat uit waterdamp en CO2. 

Slide 16 - Slide

Ontstaan atmosfeer 
fase 3, 3 miljard jaar geleden. 
Er vallen (ijs)kometen op aarde ,  hierdoor komt er enorm veel water op aarde. Grote hoeveel CO2 wordt opgenomen door dit water.  Er ontstaat primitief leven (zuurstofproducerende cyanobacteriën) die zuurstof in de atmosfeer brengen. --> Atmosfeer 3.


Verdieping
https://www.youtube.com/watch?v=uCjmwcKeNaQ

Slide 17 - Slide

Atmosfeer
  • Troposfeer 9-12km, 80% van alle gassen
  • Stratosfeer +- 30 km dik, ozonlaag. 
  • mesosfeer +- 40km dik. Meteorieten verbranden hier. 
  • thermosfeer 120km dik. 1 % van de gassen.
Tip:
1. Kijk eens naar de temperatuur per laag. 
2. Exosfeer hoort niet bij de dampkring. 

Slide 18 - Slide

Inkomende straling
- Kortgolvig
- O3 = Ozon(laag) op 25-35km hoogte. Absorbeert een deel van de ultraviolette straling. 
- O3 Ontstaat onder invloed van zonnestralen die O2 (dizuurstof) splits in O (zuurstofmolecuul). O kan vervolgens zich met elkaar verbinden tot O3. Hierbij wordt gevaarlijke ultraviolette straling omgezet in warmte. 



Slide 19 - Slide

Gat in de Ozonlaag

In de stratosfeer zit een grote hoeveelheid Ozongas.

Dat ozongas zorgt voor filtering van UVstraling
-> wordt aangetast door drijfgassen

Slide 20 - Slide

25 % zonne-energie wordt weerkaatst door de wolken en vaste deeltjes (ijsdeeltjes, stofdeeltjes.)
5% reflecteert van het aardoppervlak. (Albedo effect).
Groter effect bij lichtgekleurde oppervlakten en een kleine invalshoek van de zon (de polen).


Slide 21 - Slide

Inkomende straling
- 50% wordt door het aardoppervlak geabsorbeerd die hierdoor opwarmt. 

Slide 22 - Slide

Uitgaande straling
- Langgolvig.
- 10% verdwijnt in de ruimte.
- 90% wordt geabsorbeerd door de atmosfeer en verwarmd de aarde (broeikaseffect) --> 15°C  op aarde i.p.v  -18°C 


Slide 23 - Slide

Belangrijkste gassen opwarming aarde door absorbtie
- CO2: koolstofdioxide
- H2O: waterdamp
- CH4: Methaan
-N2O: Lachgas
- cfk's: chloorfluorkoolwaterstoffen
O3: Ozon.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Stralingsbalans
Het saldo op een bepaalde plaats aan het aardoppervlak van de inkomende kortgolvige straling van de zon en de langgolvige uitstraling van de aarde. Het saldo kan positief of negatief zijn. 

Slide 27 - Slide

Energiebalans van de aarde in W/m2

Slide 28 - Slide

Stralingsbalans
De hoeveelheid straling op een gebied is afhankelijk van:

- breedteligging
- albedo
- verschil land/zee

Slide 29 - Slide

Breedteligging
Waar is het warmer?
Waarom is het hier warmer

Slide 30 - Slide

Albedo
weerkaatsing van zonlicht verschilt per gebied.


Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Land/zee
Regel: 
Water wordt langzamer warm/koud dan land. 
Ookal is het buiten 35 graden, dan is het zeewater in NL nog steeds koud

Slide 33 - Slide

Warmte verdelen
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd. Daarover meer de komende lessen.

Slide 34 - Slide

Maken opdrachten.
H3.1 1 t/m 6

Slide 35 - Slide

Checken van de leerdoelen

Slide 36 - Slide

Leg uit hoe de toevoeging van broeikasgassen de temperatuur op aarde kan verhogen.

Slide 37 - Open question

De straling die de zon uitstraalt =
A
Kortgolvig
B
Langgolvig

Slide 38 - Quiz

Hoeveel procent van de langgolvige straling die de aarde uitstraalt wordt geabsorbeerd?
A
5%
B
10%
C
55%
D
90%

Slide 39 - Quiz

Wat is het albedo-effect.
A
Hierdoor blijf de atmosfeer om de aarde.
B
Het weerkaatsingsvermogen van een object.
C
Dit effect houdt de broeikasgassen binnen.
D
Mensen of dieren die geen pigment hebben.

Slide 40 - Quiz

Leg uit hoe het smelten van de IJskappen een versterkend effect heeft op de klimaatverandering

Slide 41 - Open question

eg uit welke gevolgen een vulkaanuitbarsting heeft op het klimaat systeem. Op korte en lange termijn.

Slide 42 - Open question

Leg uit wat voor gebieden een stralingstekort hebben en waarom.

Slide 43 - Open question