Hechting - lj 2

HECHTING(SPROBLEMATIEK)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

HECHTING(SPROBLEMATIEK)

Slide 1 - Slide

Wat is hechting?
Definitie: 'er is sprake van gehechtheid (of hechting) als een kind of volwassene sterk geneigd is om nabijheid van een specifieke persoon op te zoeken in situaties van angst, vermoeidheid, spanning of ziekte. 
Het ontvangen van troost en zorg bezorgt het kind een gevoel van veiligheid'


Slide 2 - Slide

Veiligheid creëer je door onder andere...
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 5 - Slide

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 6 - Slide

Welke kinderen lopen risico?
  • Adoptie kinderen/ pleegkinderen
  • Ongewenste kinderen
  • Verwaarloosde, mishandelde kinderen
  • Kinderen uit gebroken gezinnen
  • Kinderen van ouders die zelf niet goed gehecht zijn
  • Kinderen van ouders met psychische problemen



Slide 7 - Slide

Kenmerken van onveilige hechting


  • Vermijding fysiek contact
  • Moeite met aangaan van relaties
  • Drang naar onafhankelijkheid
  • Neiging tot verkrijging van bezittingen
  • Vermogen tot inleven in andere ontbreekt of verminderd

Slide 8 - Slide

Veilige hechting
  • Een kind dat veilig gehecht is, heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 9 - Slide

Drie verschillende typen
  • Onveilig vermijdend gehecht
  • Onveilig afwerend  
  • Onveilig gedesorganiseerd gehecht 

Slide 10 - Slide

onveilig vermijdend gehecht 
Kind:
  • Het spel is zeer oppervlakkig en ze willen snel wat anders doen. Lijken nergens echt geïnteresseerd in.
  • Deze kinderen hebben geen vertrouwen in de beschikbaarheid van de opvoeder.
  • Het kind vermijdt contact en reageert nauwelijks op de opvoeder als deze terugkomt.


Ouders:
  • Ouders reageren vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief.


Slide 11 - Slide

onveilig afwerend 
Kind:
  • Kind lijkt meer aan ouder of verzorger te hangen. 
  • Zoekt op een ‘zielige’ en soms claimende manier contact. Denk aan huilen of boos zijn.
  • Je ziet dat de kinderen weinig tot niet alleen gaan spelen.
  • Het kind is afwerend maar zoekt tegelijk contact.

Ouders:
  • Zijn inconsequent.
  • Afwezig op cruciale momenten.
  • Sensitief onvoorspelbaar voor het kind.


Slide 12 - Slide

onveilig gedesorganiseerd 
Kind:
  • Betreft een kind dat niet goed weet hoe het op zijn ouder of verzorger moet reageren.
  • Laat tegenstrijdig gedrag zien. Het ene moment kan het kind een angstige reactie vertonen en het andere moment kan het kind gaan lachen.
  • Voor het kind is de opvoeder een bron van angst, maar tegelijk de beschermer.

Ouders:
  • Zijn inconsequent
  • Zijn onvoorspelbaar
  • Er is vaak sprake van trauma’s


Slide 13 - Slide

Welke kinderen lopen risico?
  • Adoptie kinderen/ pleegkinderen
  • Ongewenste kinderen
  • Verwaarloosde, mishandelde kinderen
  • Kinderen uit gebroken gezinnen
  • Kinderen van ouders die zelf niet goed gehecht zijn
  • Kinderen van ouders met psychische problemen



Slide 14 - Slide

Begeleidingstips
  • Sensitief responsiviteit: aanvoelen wat het kind nodig heeft. Begrijp de signalen die het kind laat zien en reageer hier passend op. 
  • Structuur en houvast: zorg voor veiligheid, voorspelbaarheid en een ontspannen houding. ​
  • Wees positief (veel complimenten). ​
  • Benoem gewenst gedrag. ​

Slide 15 - Slide

Gevolgen
  • Zelfvertrouwen
  • Veerkracht
  • Cognitie en taal
  • Kans op psychiatrische aandoeningen (verslaving, depressie etc.)
  • Zelf kinderen


Slide 16 - Slide