OPS Les 6

Hoofdstuk 13 Ontwikkeling van de puber
1 / 46
next
Slide 1: Slide
OPSMBOStudiejaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 13 Ontwikkeling van de puber

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij een 'Puber'?

Slide 2 - Mind map

0

Slide 3 - Video

Wat is het meest opvallende, wat jij hebt gedaan toen je puber was?

Slide 4 - Open question

Ontwikkelingen 
  • Lichamelijke ontwikkeling 
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Sociale/persoonlijkheidsontwikkeling 
  • Emotionele ontwikkeling
  • Seksuele ontwikkeling  

Slide 5 - Slide

Lichamelijke ontwikkeling
  • Groeispurt  
  • Seksuele rijping
  • Ontwikkeling van de hersenen 
  • Slapen
  • Eten 

Slide 6 - Slide

Welke leeftijd hoort bij de puber?
A
12-17
B
10-16
C
13-18
D
11-17

Slide 7 - Quiz

Groeispurt 
  • Prepubertijd: ' Periode die de pubertijd inluidt'
  • Groeispurt duurt 2 tot 3 jaar
  • Meisjes tussen de 11 en 13 jaar/ Jongens tussen de 12 en 15 jaar
  • Tijdelijk erg onhandig 
  • Spieren, vet en sterke botten 

Slide 8 - Slide

Seksuele rijping 

  • Dit komt door een verandering in de hormoonspiegel in het bloed
  • Dit zorgt voor de menstruatie bij meisjes en de zaadlozing bij jongens  

Slide 9 - Slide

Wat betekend het woord: 'Geslachtsrijpheid'?
A
Je word voor het eerst ongesteld
B
Vanaf dat moment ben je in staat om je voort te planten

Slide 10 - Quiz

Was/ben jij onzeker toen jij in de pubertijd kwam?
Ja, vooral over mijn uiterlijk. En of mensen mij wel leuk vonden.
Nee totaal niet!
Een klein beetje

Slide 11 - Poll

Ontwikkeling van de hersenen
  • Pubers kunnen nog niet helemaal zelfstandig beslissingen maken over de toekomst
  • Pubers vinden emoties regelen nog lastig
  • Pubers kunnen slecht reflecteren 
  • Pubers kiezen impulsief  

Slide 12 - Slide

Slapen/Eten
  • Het slaapritme verschuift (chronisch slaapgebrek)
  • Pubers eten vaak ongezond, dit kan zorgen voor overgewicht (diabetes, hart/vaat ziekten, pijn in gewrichten) 

Slide 13 - Slide

Cognitieve ontwikkeling
  1. Overgang naar het voortgezet onderwijs
  2. Leermogelijkheden en intelligentie 
  3. Abstract denken en kritisch denken 
  4. Profielkeuze en beroepskeuze 

Slide 14 - Slide

Overgang naar het VO
  • Nieuwsgierigheid verdwijnt
  • Puber is veel met zichzelf bezig en vrienden 
  • School is vaak wat minder belangrijk 

Slide 15 - Slide

Leermogelijkheden en intelligentie
  • Hersenen bieden grote leermogelijkheden 
  • Algemene intelligentie: 'Vermogen om oplossingen voor nieuwe situaties of problemen te bedenken'
  • Je hebt heel veel soorten intelligentie   
  • Voortijdig schoolverlaters 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Welke soorten intelligentie herken je bij jezelf?

Slide 18 - Open question

Abstract denken en kritisch denken
  • Abstract denken: Je bent in staat om verbanden te zien
  • Kritisch denken:  Pubers willen een reden horen, Kritisch over hun uiterlijk, egocentrisme 

Slide 19 - Slide

Wat wilde jij vroeger worden?

Slide 20 - Open question

Profiel keuze en beroepskeuze
  • Vanaf 12 jaar krijg je een beter beeld over wat je later zou willen worden
  • Vanaf 16 jaar maak je meestal een definitieve keuze
  • Jonge pubers volgen vaak niet hun eigen keuze 

Slide 21 - Slide

Nog even ter herinnering 
Ontwikkelingspsychologie: Toets, Boek: 'Ontwikkeling en activiteiten PW' Hoofdstukken: 9, 11, 13 en 14
Methodisch werken: Toets, Boek:' Helpende zorg en welzijn', Hoofdstukken: 1.8, 27 en 28
Omgangskunde: Verslag, alle opdrachten
Communicatie: Verslag + vaardigheden tentamen 


Slide 22 - Slide

Fijne feestdagen en een gelukkig 2022

Slide 23 - Slide

Sociale/persoonlijkheidsontwikkeling
  • Peergroup
  • Conformisme en groepsdruk
  • Verkeerde vrienden 
  • persoonlijke vriendschappen
  • Contacten met andere sekse
  • Online contacten 
  • Sexting 
  • Op zoek naar eigen identiteit 

Slide 24 - Slide

Peergroup 
  • Losmakingsproces: Puber wil zelfstandig zijn en verantwoordelijkheid dragen. Sneller conflicten met ouders. 
  • Peergroup: Groep leeftijdsgenoten met dezelfde leeftijd, interesses,  etc. 

Slide 25 - Slide

3 functies van de peergroup
  1. De peergroup geeft de puber ruimte om te experimenteren met zijn gedrag. 
  2. Pubers gebruiken de peergroup om zich te oriënteren op andere normen en waarden 
  3. De peergroup geeft de puber een gevoel van zekerheid, veiligheid en eigenwaarde

Slide 26 - Slide

Wat kan voor de puber een nadeel zijn van een peergroup?

Slide 27 - Open question

Wat betekend het woord 'Conformisme'?
A
Jezelf aanpassen aan de groep
B
Je eigen ideeën naleven binnen een groep

Slide 28 - Quiz

Conformisme en groepsdruk
  • De puber wil bij de groep horen en past zich zoveel mogelijk aan.
  • Normen, rages, mode, kleding, haar, sierraden etc.
  • In de ene groep ligt de groepsdruk hoger dan in de andere groep (Je doet mee, anders lig je eruit) 
  • Niet kunnen conformeren en niet willen conformeren

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Verkeerde vrienden
  • Pubers hebben geen goede relatie met hun ouders
  • Pubers die makkelijk te beïnvloeden zijn en niet voor zichzelf op durven komen. 

Slide 31 - Slide

Persoonlijke vriendschappen
  • Best friend forever 
  • Vertrouwelijk, eerlijk en open
  • dweperige vriendschap: 'Aangetrokken voelen tot iemand, die totaal het tegenovergestelde is van jou.'
  • Onzekerheid wordt vaak verborgen gehouden 

Slide 32 - Slide

Contacten met andere sekse 
  • Pubers flirten met elkaar
  • Eerste verkering  

Slide 33 - Slide

Online contacten 
  • Online vriendschappen
  • Contact met onbekenden  
  • Voordelen: 'Zelf vertrouwen vergroten, bijdragen aan sociale vaardigheden
  • Nadelen: 'Verslaving, privacy gegevens weggeven, anders voordoen dan wie je bent.'
  • Internet stalking, webcam seks, afpersing, chantage 

Slide 34 - Slide

Wat is Sexting?
A
Een datingsite
B
Seksuele beelden of teksten versturen via sociale media
C
Mensen die op zoek zijn naar slachtoffers voor 'Online Seks'

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Video

Online pesten 
  • Met opzet, via digitale media kwetsen van een ander die in een minder sterke positie verkeert. Ook wel digitaal pesten of cyberpesten genoemd.  

Slide 37 - Slide

Op zoek naar eigen identiteit 
  • Individuatieproces: 'Iemand ontwikkelt zijn persoonlijkheid.'  
  • Wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik en wat vind ik?
  • Uiterlijk speelt een belangrijke rol (zelfbeeld)

Slide 38 - Slide

Hoe doet de puber dat?
  1. Hij neemt personen als voorbeeld, die zijn zoals hij ook wil zijn.
  2. Hij experimenteert met eigen onafhankelijkheid.
  3. Hij gaat opzoek naar zijn eigen normen en waarden.

Slide 39 - Slide

Emotionele ontwikkeling 
  • Emotionele ontwikkeling
  • Hoog geluksgevoel 
  • Stemmingswisselingen  

Slide 40 - Slide

Emotionele ontwikkeling
  1. Lichamelijke volwassenwording gaat vaak zo snel, dat een puber zich meestal niet meteen thuis voelt in zijn veranderde lichaam.
  2. De veranderingen op de verschillende ontwikkelingsgebieden lopen niet altijd gelijkmatig.
  3. Onzekerheid, verwardheid, opgelaten 

Slide 41 - Slide

Was jij onzeker, toen je lichaam 'vrouw' werd?'
Ja best wel!
Nee totaal niet!
Een klein beetje!

Slide 42 - Poll

Hoog geluksgevoel
Uit onderzoek blijkt dat jongeren tussen de 12 en de 18 jaar aangeven gelukkig te zijn.
Blz.232 zie je de resultaten van dit onderzoek

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Link

Stemmingswisselingen 
Door toename van hormonen, krijg je als puber meer last van stemmingswisselingen 

Slide 45 - Slide

Seksuele ontwikkeling 
  • Pubers worden geslachtsrijp 
  • Pubers ontwikkelen seksueel erotische fantasieën en gevoelens
  • Pubers hebben hun eerste ervaringen met seks
  • Veilig vrijen: 'Anticonceptie' 

Slide 46 - Slide