Geschiedenis 13-03

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 6

Thema 4: Zoete suiker, bittere ellende

Aan het einde van de les kun jij vertellen: 

- Wat de driehoeks-handel is

- Wat keti koti is

- Hoe slaven naar de plantages werden gebracht

- Hoe het leven van een slaaf was op de plantage

De WIC, vanaf 1621

Fort Elmina lag voor de kust van Afrika. Waarvoor werd dit fort gebruikt?

1. Opslagplaats voor goud
2. Opslagplaats voor suiker
3. Opslagplaats voor slaven

Waar gingen de schepen met slaven heen?

1. De Antillen en Suriname
2. Nederland
3. Indië

Wat brachten de Nederlanders meer naar Afrika?

1. Slaven
2. Wapens en stoffen
3. Suiker en tabak

Op de plantage

Marron

Wat was de taak van de slaven op de plantages?

1. Hard werken
2. Lekker chillen!
3. Naar school gaan

Hoe heette een ontsnapte slaaf die in het oerwoud leefde

1. Marron
2. Tarzan

Wat gebeurde er met een slaaf die niet wilde werken?

1. Zware lijfstraffen
2. Die kreeg vakantie
3. Werd vrijgelaten

Wat deden de slaven op de plantages om het werken draagzamer te maken?

1. Zingen
2. Protesteren

Einde slavernij

De planters waren hierop tegen! 

Afschaffing in Nederland op 1 juli 1863

.

Gebroken ketens

Hoelang na Keti Koti moesten de slaven nog werken?

1. 10 jaar
2. een week
3. Voor altijd

Wat is Keti Koti

Hoe zag een dag in het leven van een slaaf op de plantage eruit.

Wat heb je onthouden?
(1 of 2 woorden per keer)

Wat vonden jullie van deze les?