‹Return to search

woordenschat

wat betekent een gerecht
A
een maaltijd
B
een glijbaan
C
een snoepje
D
een schaar
1 / 4
next
Slide 1: Quiz
NederlandsLager onderwijs

This lesson contains 4 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

wat betekent een gerecht
A
een maaltijd
B
een glijbaan
C
een snoepje
D
een schaar

Slide 1 - Quiz

boodschappenlijstje

Slide 2 - Mind map

Wat is een ingrediënt?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Drag question

More lessons like this

Kennis voeding

- Lesson with 21 slides
VoedingSecundair onderwijs

Mijn taalverhaal

- Lesson with 24 slides
PedagogieHoger onderwijs

Tussenstop 3: Woordenschat

- Lesson with 15 slides
NederlandsSecundair onderwijs

KIDSWEEK 37/38 : Scoops Titanic museum (woordenschat)

- Lesson with 14 slides
NederlandsLager onderwijs

Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 4 wonen Hoofdstuk 1 woordenschat

- Lesson with 21 slides
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

TALENT 6 : Thema 2 : Les 3 : Twee vogels op een bank (woordenschat)

- Lesson with 14 slides
NederlandsLager onderwijs

Kidsweek woordenschat week 5 A + B + C

- Lesson with 16 slides
WoordenschatLager onderwijs

Kidsweek woordenschat week 8 B + C (Geef de rivier ruimte)

- Lesson with 15 slides
WoordenschatLager onderwijs