H5 Spelling - Lastige leestekens

H5 Spelling 
Lastige leestekens

Aan het einde van deze weet ik hoe ik komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma's moet gebruiken. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5 Spelling 
Lastige leestekens

Aan het einde van deze weet ik hoe ik komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma's moet gebruiken. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Theorie op een rijtje: 
Komma (,)

1. Voor of na een aanspreking; 
2. Tussen de delen van een opsomming; 
3. Tussen twee persoonsvormen; 
4. Tussen een hoofdzin en een bijzin, als de delen te lang zijn; 
5. Voor en achter een bijstelling. 

Slide 3 - Slide

Vul de komma in waar hij hoort.
Jongens morgen zijn jullie vrij.

Slide 4 - Open question

Akkers velden moerassen en wegen waren onder een sneeuwlaag bedolven.

Slide 5 - Open question

Dubbele punt (:)
1. Een citaat: Hij zegt: 'Het is heerlijk weer!'
2. Een gedachte: Ze denkt: ik moet nog nieuwe kleren kopen.
3. Een opsomming: Ik heb veel hobby's: fietsen, zwemmen, lezen en boksen.
4. Een uitleg of toelichting: Je bent eerder uit: we hebben een inschuifrooster.
--> de dubbele punt kan dan ook vervangen worden door 'want'

Slide 6 - Slide

Aanhalingstekens (')
1. Bij citaten: Hij zei: 'Je bent een held!'
2. Als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis: Weet jij hoe je 'concurrentie' schrijft?
3. Als het woord op een speciale manier (spottend) gebruikt wordt: Het was vorige week echt 'heerlijk' weer.

Slide 7 - Slide

Vul de zin aan met komma's, dubbele punten en/of aanhalingstekens:
Hij sprak jammerend Vriend help me toch!

Slide 8 - Open question

Morgen kondigde de lerares aan is er overhoring voor Frans.

Slide 9 - Open question

Puntkomma (;)

1. Tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen;
2. Als afsluiting van de onderdelen van een opsomming. 

Neïm is aan het einde van haar studie; ze gaat dit jaar afstuderen.

Slide 10 - Slide

Welk teken? Omdat hij laat was ....... werd de docent boos.
A
geen
B
komma
C
puntkomma
D
nieuwe zin

Slide 11 - Quiz

"Hier ben ik geboren", zei Kay.
A
De leestekens zijn goed gebruikt.
B
De leestekens zijn fout gebruikt.

Slide 12 - Quiz

'Mevrouw waarmee kan ik u helpen?', vroeg de medewerkster.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 13 - Quiz

Maken 
Spelling H5
Online methode ( opdr. 1 t/m 4)
Zelfstandig
Klaar? Lezen in leesboek of sollicitatiebrief afmaken/verbeteren of verder aan presentatie.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video