slim leren 26: Doelgericht gedrag (motivatie)

Doelgericht gedrag
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Doelgericht gedrag

Slide 1 - Slide

Wat hebben we vorige les geleerd?
  • We weten wat motivatie is en we hebben geleerd dat motivatie van binnenuit (intrinsieke motivatie) of van buitenaf (extrinsieke motivatie) kan komen.
  • Jouw motivatie kun je verbeteren. Hierbij kan jouw omgeving, vrienden, ouders en school, je helpen, maar ook kun je zelf jouw motivatie verbeteren. 

Slide 2 - Slide

Wat leren we vandaag?

Vandaag leren we wat er voor nodig is om jouw motivatie te verbeteren.
Je kent het verschil tussen een vaste mindset en een groei mindset

Slide 3 - Slide

Wat denk je?

Kunnen mensen slimmer of ergens beter in worden?
Bekijk de video en beantwoordt straks de volgende vraag:
  • Wat zegt de acteur in het filmpje tegen zijn zoon?
  • Ben jij het eens met wat hij zegt?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat zegt de acteur tegen zijn zoon?
Ben je het eens met wat hij zegt?

Slide 6 - Open question

Sommige mensen denken dat onze vaardigheden, dat wat we kunnen en kennen, vast staat.
Alles wat je kunt is een kwestie van:
 Je kunt het wel of je het niet. Deze mensen geloven in een fixed mindset.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Sommige mensen geloven dat onze vaardigheden vast staan. Alles wat je kunt is een kwestie van: je kan het of je kan het niet. Deze mensen geloven in een fixed mindset.

Andere mensen geloven dat je vaardigheden niet vaststaan en dat je aan je vaardigheden kunt werken. Je kunt dus ergens beter in worden. Deze mensen geloven in een growth mindset.
     3. 1 Growth vs fixed - Theorie 1 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Koppel de uitspraak 
Ik kan zien dat je er veel moeite in hebt gestoken.
Fixed mindset
Growth mindset
Ik word nooit zo slim als haar.
Ik wil het wel leren.
Fout maken betekent falen.
Door fouten maken leer ik.
Ik kan het niet.
Ik ga het net zo vaak oefenen totdat ik het kan.
Ik weet niet hoe het moet dus ik doe het niet.

Slide 13 - Drag question