Ontdek de wonderen van ecologie!

Ontdek de wonderen van ecologie!

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je: ecologie uitleggen, het verschil tussen een voedselketen en een voedselweb uitleggen en voorbeelden geven, beschrijven wat fotosynthese is en hoe energie vrijkomt bij verbranding, voedselrelaties tussen organismen beschrijven, het verschil tussen consumenten, producenten en reducenten uitleggen, uitleggen wat verbranding en fotosynthese met elkaar te maken hebben, en de kringloop uitleggen.

Laat de leerlingen weten wat ze zullen leren en wat de doelen zijn van deze les.

Wat weet jij al over de voedselketen en fotosynthese?

Wat is ecologie?

Ecologie is de studie van de relatie tussen organismen en hun omgeving.

Leg kort uit wat ecologie is en waarom het belangrijk is om te begrijpen.

Voedselketen vs. Voedselweb

Een voedselketen is de reeks organismen die elkaar opvolgen als voedselbron. Een voedselweb is een netwerk van voedselketens.

Leg het verschil tussen een voedselketen en voedselweb uit. Geef voorbeelden van beide.

Fotosynthese

Fotosynthese is het proces waarbij planten lichtenergie gebruiken om koolstofdioxide en water om te zetten in glucose en zuurstof.

Leg uit wat fotosynthese is en hoe het werkt.

Verbranding

Verbranding is het proces waarbij glucose en zuurstof reageren om energie, koolstofdioxide en water vrij te maken.

Leg uit wat verbranding is en hoe het werkt. Leg de relatie uit tussen fotosynthese en verbranding.

Voedselrelaties

Organismen hebben verschillende relaties als het gaat om voedsel. Een predatie-relatie is waarbij een organisme een ander organisme eet. Een parasitaire relatie is wanneer een organisme een ander organisme parasitair gebruikt.

Leg uit wat de verschillende soorten voedselrelaties zijn en geef voorbeelden.

Consumenten vs. Producenten vs. Reducenten

Consumenten zijn organismen die andere organismen eten. Producenten zijn organismen die hun eigen voedsel maken door middel van fotosynthese. Reducenten zijn organismen die dood materiaal afbreken en omzetten in voedsel voor andere organismen.

Leg het verschil uit tussen consumenten, producenten en reducenten. Geef voorbeelden van elk.

Kringloop

De kringloop is het proces waarbij organisch materiaal wordt afgebroken en omgezet in voedingsstoffen voor andere organismen.

Leg uit wat de kringloop is en waarom het belangrijk is voor het behoud van het ecosysteem.

Interactieve activiteit: Voedselketen

Laat de leerlingen een voedselketen maken met behulp van afbeeldingen van verschillende organismen.

Geef de leerlingen afbeeldingen van verschillende organismen en laat ze een voedselketen maken. Bespreek de voedselketens daarna klassikaal.

Interactieve activiteit: Fotosynthese en verbranding

Laat de leerlingen een diagram maken van het proces van fotosynthese en verbranding.

Geef de leerlingen een leeg diagram en laat ze het proces van fotosynthese en verbranding tekenen. Bespreek het daarna klassikaal.

Interactieve activiteit: Kringloop

Laat de leerlingen een diagram maken van de kringloop.

Geef de leerlingen een leeg diagram en laat ze de kringloop tekenen. Bespreek het daarna klassikaal.

Quiz: Voedselrelaties

Geef de leerlingen een quiz over verschillende voedselrelaties.

Maak een quiz met vragen over verschillende voedselrelaties. Bespreek de antwoorden daarna klassikaal.

Quiz: Consumenten, producenten en reducenten

Geef de leerlingen een quiz over de verschillende soorten organismen.

Maak een quiz met vragen over consumenten, producenten en reducenten. Bespreek de antwoorden daarna klassikaal.

Afsluiting

We hebben vandaag geleerd over ecologie, voedselketens en -webben, fotosynthese en verbranding, voedselrelaties, en de kringloop.

Herhaal wat er vandaag is geleerd en moedig de leerlingen aan om vragen te stellen als er iets niet duidelijk is.

Evaluatie

Geef de leerlingen een evaluatieformulier om in te vullen.

Laat de leerlingen een evaluatieformulier invullen om te kijken hoe ze de les vonden en wat er verbeterd kan worden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.