Let op bij woorden als 'haar', 'je' en 'jullie'. Deze kunnen zowel een persoonlijk als een bezittelijk voornaamwoord zijn.
Oplossing: vervang 'haar' of 'je' door 'hem' (= pers) of 'zijn' (=bez)
Hij denkt aan haar. -> Hij denkt aan hem
Ik zie je staan / ik zie je fiets staan. -> Ik zie hem staan / ik zie zijn fiets staan.