Eco H6

H6 Productie en markt
Economie jaar 3
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6 Productie en markt
Economie jaar 3

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
Je wordt expert in een deel van het hoofdstuk. Deze expertise ga je delen met je klasgenoten. 

Jij gaat dus de kennis die je hebt, doorgeven.

Slide 2 - Slide

Weet jij wat productiefactoren zijn?
Ja
Nee

Slide 3 - Poll

Weet jij precies hoe je de prijs bepaald van een product?
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Het maken van producten en leveren van diensten noemen we..
A
Consumeren
B
Produceren
C
Investeren
D
Concurreren

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de 4 productiefactoren?
A
Geluid, Smaak, Kleur, Natuur
B
Arbeid, Winst, Kosten, Producten
C
Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap
D
Elektra, Water, Gas, Olie

Slide 6 - Quiz

Inkoopprijs + brutowinstopslag is:
A
Kostprijs
B
Omzet
C
Netto-prijs
D
Verkoopprijs

Slide 7 - Quiz

Transportkosten zijn:
A
Vaste kosten
B
Variabele kosten
C
Constante kosten

Slide 8 - Quiz

H6 productie en markt

Slide 9 - Mind map

Een bedrijfskolom is:
A
Alle gegevens van een bedrijf
B
Alle bedrijven die na elkaar aan een product werken
C
Alle werknemers van een bedrijf

Slide 10 - Quiz

Arbeidsintensief
A
het grootste deel van de productie wordt door mensen gedaan
B
het grootste deel van de productie wordt door machines gedaan

Slide 11 - Quiz

De verkoopprijs inclusief btw (121% of 109%)
A
consumentenprijs
B
verkoopprijs

Slide 12 - Quiz

Het aantal producten dat een bedrijf verkoopt
A
Omzet
B
Afzet
C
Winst
D
Kosten

Slide 13 - Quiz

De maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan produceren
A
Arbeidsproductiviteit
B
Afschrijving
C
Productiecapaciteit
D
Toegevoegde waarde

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 6.1
Produceren maar!

Slide 16 - Slide

H6 Productie & markt

Slide 17 - Mind map

Doel van deze les
Je leert:
Wat de vier productiefactoren zijn
Wat toegevoegde waarde is
Hoe je een bedrijfskolom maakt

Slide 18 - Slide

Productie :
Het maken van goederen en leveren van diensten
Bij het produceren heb je productiefactoren nodig
Voor elke productiefactor krijg je een beloning:
- rente
- loon/salaris
- pacht
- winst

Slide 19 - Slide

Bedrijfskolom
Alle bedrijven die aan een product
meewerken, vormen samen een 
bedrijfskolom.

Slide 20 - Slide

Aan de slag!
Opdracht:
  • Maak in tweetallen een bedrijfskolom voor een gouden ring met diamanten. 
  • Geef ook aan wat de toegevoegde waarde is van de bedrijven.
  • Mobiel is toegestaan
  • Best uitgewerkte bedrijfskolom krijgt prijsje




Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

H6 Productie en markt
Economie jaar 3

Slide 23 - Slide

Doel van deze les
Deze les leer je:
  • Wat brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs berekent.

  • Wat consumentenprijs is en hoe je de btw berekent die daarin zit.

Slide 24 - Slide

Brutowinstopslag en verkoopprijs
Een winkelier koopt producten in en verkoopt ze door voor een hogere prijs.

Slide 25 - Slide

Verkoopprijs berekenen
  • De brutowinstopslag is een percentage van de inkoopprijs.
  • Je telt de brutowinstopslag op bij de inkoopprijs.
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag

  • Bij een groothandel koop je een T-shirt voor €7,50. Je verkoopt ze op de markt met een brutowinstopslag van 90%.



Slide 26 - Slide

Verkoopprijs berekenen
  • De brutowinstopslag is een percentage van de inkoopprijs.
  • Je telt de brutowinstopslag op bij de inkoopprijs.
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag

  • Bij een groothandel koop je een T-shirt voor €7,50. Je verkoopt ze op de markt met een brutowinstopslag van 90%.



Slide 27 - Slide

Btw en consumentenprijs
Winkelier stelt verkoopprijs vast
Daar bovenop betaalt de consument btw

Slide 28 - Slide

Consumentenprijs berekenen
  • De btw is 9% of 21% van de verkoopprijs.
  • De verkoopprijs inclusief btw is de consumentenprijs.
  • Je berekent de consumentenprijs als volgt:

De verkoopprijs van een zomerjack is €24,75. Voor de consumentenprijs komt daar 21% aan btw bovenop.


Slide 29 - Slide

Consumentenprijs berekenen
  • De btw is 9% of 21% van de verkoopprijs.
  • De verkoopprijs inclusief btw is de consumentenprijs.
  • Je berekent de consumentenprijs als volgt:

De verkoopprijs van een zomerjack is €24,75. Voor de consumentenprijs komt daar 21% aan btw bovenop.


Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide