Les 1. Bereid je voor op het Centraal Examen Lezen

Wat zijn de 4 manieren van lezen?
1 / 18
next
Slide 1: Open question
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat zijn de 4 manieren van lezen?

Slide 1 - Open question

Wat doe je als je de tekst oriënterend leest?

Slide 2 - Open question

Wat lees je als je een tekst globaal leest?

Slide 3 - Open question

Bij welke manier van lezen zoek je woorden op?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 4 - Quiz

Bij welke manier van lezen vind je het standpunt van de schrijver?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 5 - Quiz

Welke leesstrategie pas je toe voordat je de tekst leest?

Slide 6 - Open question

Welke leesstrategie pas je toe tijdens het lezen van een tekst?

Slide 7 - Open question

Welke leesstrategie pas je toe na afloop van de tekst?

Slide 8 - Open question

Informerende teksten
Instruerende teksten
Overtuigende teksten
Tekst uit een studieboek.
Bijsluiter
vlog

Slide 9 - Drag question

Welke 3 kenmerken heeft een alinea?

Slide 10 - Open question

Noem de signaalwoorden
  • Van het tekstverband: Conclusie
  • dus, hieruit volgt, dan ook
  • Van het tekstverband: Voorwaarde
  • als, indien, mits, tenzij, in het geval dat, wanneer
  • Van het tekstverband: Reden- verklaring
  • omdat, daarom, want, namelijk, immers, aangezien

Slide 11 - Slide

Noem de signaalwoorden
  • Van het tekstverband: Opsomming
  • en, bovendien, verder, ten eerste … ten tweede, ook, ten slotte, daarnaast, niet alleen … maar ook, tevens, vervolgens, zowel … als
  • Van het tekstverband: Vergelijking
  • zoals, evenals, net zo, als

Slide 12 - Slide

Wat zijn de kenmerken van het onderwerp van een tekst?

Slide 13 - Open question

Wat zijn de kenmerken van de hoofdgedachte?

Slide 14 - Slide

Tips voor het examen
  • Lees eerst de vraag en bedenk zelf een antwoord. Tweede keer vraag lezen daarna alle meerkeuze antwoorden lezen.
  •  Bedenk wat je al weet over het (deel)onderwerp.
  • Gebruik titel, plaatjes, tussenkopjes om gerichter te zoeken in de tekst.
  • Bedenk welke antwoorden zeker niet goed zijn.
  • Steep antwoorden weg.

Slide 15 - Slide

4 typen vragen in het examen
  • Betekenis van woorden (terug/ verder, afbeeldingen, synoniem)
  • Begripsvragen (letterlijk in de tekst, kijk naar de opbouw van de tekst en signaalwoorden)
  •  Interpretatievragen (niet letterlijk, afleiden uit tekst)
  • Evaluatievragen (informatie vergelijken en combineren)

Slide 16 - Slide

3 soorten vragen in het examen
  • Meerkeuzevragen (a,b,c,d)
  • Meerdere antwoordmogelijkheden (a,c,d)
  • Matrixvragen 
zakelijk
sociaal
zelf dingen regelen
tijd verdelen

Slide 17 - Slide

Maken
Thema: Examentraining
Taak 36: Bereid je voor op het Centraal examen lezen
Opdracht: online 2, 4, 5, 6, 7




Slide 18 - Slide