Oefentoets A1 t/m A6

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Jeudi 25 janvier

Les objectifs pour aujourd'hui :

Tu connais Apprendre 1 jusqu'à Apprendre 6.

Opdracht 1 

1/ Vervoeg het werkwoord “mettre” in de tegenwoordige tijd ;

2/ Vervoeg het werkwoord “mettre” in  de passé composé.

Vervoeg het hele werkwoord “mettre” in de tegenwoordige tijd: je... tu... il/elle/on... nous... vous... ils/elles...

Vervoeg het hele werkwoord “mettre” in de "passé composé": je... tu... il/elle/on... nous... vous... ils/elles...

Vertaal: Ik trek mijn jas aan.

Vertaal: Ik leeg het voorwerp op de tafel van hout.

Vertaal de woorden 

- les matériaux;

- le corps;

- le paysage.

Vertaal: les cheveux

Vertaal: la peau

Vertaal: malheureux (m), malheureuse (v)

Vertaal: la prochaine fois

Un animal comme le tigre n'a pas de :

1. poils
2. queue
3. patte
4. cheveux

Vertaal: Ik heb een persoon gezien.

Vertaal: onbekend (m)

Vertaal: van glas

Vertaal: plaatsvinden

Vertaal: het gevaar

Opdracht 3 

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in.

Salima (v) et Neva (v) sont .... (beau)

1. beau
2. belle
3. beaux
4. belles

Zenzy (v) et Lara (v) sont .... (sportif)

C'est un ..... homme (vieux)

Mia (v) est .... (joyeux)

Elina a acheté une ..... robe (nouveau)

Le tigre a une .... queue (long)

Ruby (v) et Selma (v) sont un peu .... (fou)

Khaled et Bilal ne sont pas ... dans la classe (nouveau)

Zelfstandig werken

Travaille en duo avec le livre : Apprendre 1 t/m Apprendre 6.

Travaille en individuel avec StudyGo.