Kommagetallen afronden - compleet

Decimale getallen afronden
En rekenen met kommagetallen
1 / 53
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Decimale getallen afronden
En rekenen met kommagetallen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

afronden

Ik kan kommagetallen afronden op helen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel 2

Ik kan kommagetallen tot een cijfer na de komma afronden en op de getallenlijn plaatsen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is ons lesdoel
A
ik kan kommagetallen bij elkaar optellen
B
ik kan kommagetallen van elkaar aftrekken
C
ik kan kommagetallen afronden op een heel getal en tienden
D
ik kan vermenigvuldigen met kommagetallen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Schema
M- HD- TD- D-H - T - E - t- h - d

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waar staat de HD voor in het schema?
A
Honderdduizend
B
Duizendtal
C
honderdste
D
duizendste

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de t voor in het schema?
A
tienduizendste
B
Tiental
C
Tienduizendtal
D
tiende

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de TD voor in het schema?
A
tiende
B
Tiental
C
Tienduizendtal
D
tienduizendste

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de d voor in het schema?
A
Honderdduizendtal
B
Duizendtal
C
honderdste
D
duizendste

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de D voor in het schema?
A
Honderdduizendtal
B
Duizendtal
C
honderdste
D
duizendste

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de T voor in het schema?
A
tienduizendste
B
Tiental
C
Tienduizendtal
D
tiende

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de h voor in het schema?
A
Honderdduizendtal
B
Duizendtal
C
honderdste
D
duizendste

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Schema
M- HD - TD - D - H- T - E

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zet het schema in de goede volgorde
Honderdduizendtal
Tienduizendtal
Duizendtal
Honderdtal
Tiental
Eenheid
tiende
Miljoental

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Schema
D- H - T - E - t- h - d

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zet het schema in de goede volgorde
Duizendtal
Honderdtal
Tiental
Eenheid
tiende
honderdste
duizendste
Tienduizendtal

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Zet het schema in de goede volgorde
D
H
T
E
t
h
d
TD

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

afronden

Ik kan kommagetallen afronden op helen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Afronden 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Afronden op tiental.
0
10
20
3
5
14
18
16
4

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

afronden op een geheel getal
12,5
A
12
B
13

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een duizendtal
2651 ≈
A
2000
B
3000
C
2500
D
2700

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een honderdtal
121
A
100
B
200

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op honderdtal

423
A
400
B
500
C
300
D
420

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een duizendtal
4.045
A
4.045
B
5.000
C
4.000
D
4.050

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een honderdtal
121 ≈
A
200
B
100

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een honderdtal
783
A
700
B
800

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een tiental
783 ≈
A
700
B
780
C
790
D
800

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een tiental
942
A
950
B
940
C
900
D
800

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op tientallen

1296
A
1300
B
1295
C
1290

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een miljoental
4.045.723 ≈
A
4.045.000
B
5.000.000
C
4.000.000
D
4.050.000

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een duizendtal
12.612
A
12.000
B
12.600
C
13.000
D
12.700

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Afronden
€ 4,5799 wordt
A
€ 4,57
B
€ 4,59
C
€ 4,56
D
€ 4,58

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoel 2

Ik kan kommagetallen tot een cijfer na de komma afronden en op de getallenlijn plaatsen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 4
Afronden een tiende:
0,61 wordt afgerond 0,6
0,62 wordt afgerond 0,6
0,63 wordt afgerond 0,6
0,64 wordt afgerond 0,6
0,65 wordt afgerond 0,7
0,66 wordt afgerond 0,7
0,69 wordt afgerond 0,7


Slide 36 - Slide

Afronden gebruik je ook bij kommagetallen.
afronden op 1 decimaal
23,047
A
23
B
23,2
C
23,0
D
23,1

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

afronden op 1 decimaal

24,47
A
24,5
B
24,4
C
24
D
25

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op tienden
euro 9,42
A
9,50
B
9,40
C
9,00
D
8,00

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

afronden op 1 decimaal

86,73
A
86
B
87
C
86,7
D
86,8

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

afronden op 1 decimaal
23,047
A
23
B
23,2
C
23,0
D
23,1

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

LESDOEL
Ik kan kommagetallen afronden op honderdsten.

Hondersten:
Twee decimalen na de komma
0,12
Decimaal:
elk cijfer achter de komma.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

afronden op 2 decimalen
21,056
A
21,06
B
21,05

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

afronden op 2 decimalen
21,056
A
21,06
B
21,05

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op 5 cent

13,21
A
13,00
B
13,20
C
13,25

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een honderdsten
121,121
A
121,1
B
121,11
C
121,0
D
121,12

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op een duizendsten
4,04589
A
4,045
B
4,046
C
4,0456
D
4,0465

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op honderdsten
10,543
A
10,530
B
10,53
C
10,540
D
10,54

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op 5 cent

124,49
A
124,45
B
124,50
C
124,55

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

2,345=
7,9692=
6,789=
0,889=
Rond af op 2 decimalen.
7,97
0,89
2,35
6,79

Slide 50 - Drag question

This item has no instructions

lesdoel opgave 2
Ik kan kommagetallen bij elkaar afronden en bij elkaar optellen.

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Afronden met kommagetallen

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Sleep de breuk naar het percentage/ decimaal getal wat erbij hoort

Slide 53 - Drag question

This item has no instructions