This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
H6 - Bewegen
herhaling H6.1 t/m H62
H6.3
Slide 1 - Slide
H6.1
Bewegingen vastleggen
Slide 2 - Slide
Wat is een stroboscopische foto?
Slide 3 - Open question
Welke 3 dingen heb je nodig om een stroboscopische foto te maken?
A
Een stroboscooplamp
B
Een lichte kamer
C
Een donkere kamer
D
Een stroboscoop
Slide 4 - Quiz
H6.2
Gemiddelde snelheid
Slide 5 - Slide
Sleep het juiste symbool naar de goede grootheid of eenheid.
Gemiddelde snelheid
Afstand
Tijd
m
minuten
km/uur
m/s
Slide 6 - Drag question
De formule voor gemiddelde snelheid is...
A
gemiddelde snelheid = afstand x tijd
B
gemiddelde snelheid = tijd:afstand
C
gemiddelde snelheid = afstand :tijd
D
afstand= tijd: gemiddelde snelheid
Slide 7 - Quiz
De formule voor de afstand is ...
A
afstand = tijd: gemiddelde snelheid
B
afstand = gemiddelde snelheid:tijd
C
afstand= gemiddelde snelheid x tijd
Slide 8 - Quiz
Om tijd in uur om te rekenen naar minuten dan ....
A
delen door 60
B
keer 60
C
delen door 3600
D
keer 3600
Slide 9 - Quiz
Een trein rijdt 20 kilometer in 6 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid in kilometer per uur.
Slide 10 - Open question
H6.3
Versneld, eenparig en vertraagd.
Slide 11 - Slide
a
b
c
Versnelde beweging
Eenparige beweging
Vertraagde beweging
Slide 12 - Drag question
De grafiek is een (plaats,tijd)-diagram voor een ...
A
... vertraagde beweging
B
... versnelde beweging
C
... eenparige beweging
D
... stilstaande beweging
Slide 13 - Quiz
De grafiek is een (plaats,tijd)-diagram voor een ...
A
... vertraagde beweging
B
... versnelde beweging
C
... eenparige beweging
D
... stilstaande beweging
Slide 14 - Quiz
De grafiek is een (plaats,tijd)-diagram voor een ...
A
... vertraagde beweging
B
... versnelde beweging
C
... eenparige beweging
D
... stilstaande beweging
Slide 15 - Quiz
De grafiek is een (plaats,tijd)-diagram voor een ...
A
... vertraagde beweging
B
... versnelde beweging
C
... eenparige beweging
D
... stilstaande beweging
Slide 16 - Quiz
Huiswerk
Maken paragraaf 3 in nova
vragen 28 t/m 39 behalve 36
Slide 17 - Slide
H6.4
Remmen en botsen
Slide 18 - Slide
Wat wordt bedoeld met de remweg?
A
De afstand die de auto aflegt voor het gaat remmen.
B
De afstand die de auto aflegt tijdens de reactietijd en de stopafstand.
C
De afstand die de auto aflegt tijdens de reactietijd.
D
De afstand die de auto aflegt tijdens het remmen.
Slide 19 - Quiz
Hoe groter de massa van de auto, hoe korter de remweg.
Waar
Niet waar
Slide 20 - Poll
Hoe groter de remkracht van de auto, hoe korter de remweg.
Waar
Niet waar
Slide 21 - Poll
In de vorige 2 vragen heb je gezien dat de remkracht en de massa van de auto een invloed hebben op de remweg. Welke van de onderstaande opties heeft nog meer invloed op de remweg?
A
Het soort auto
B
De beginsnelheid
C
De lengte van de weg
D
De kwaliteit van het asfalt
Slide 22 - Quiz
Wat is het verschil tussen de remweg en de stopafstand?
Slide 23 - Open question
Wat is het verband tussen remweg en beginsnelheid?
A
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg n^2 keer zo lang.
B
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg wortel n keer zo lang.
C
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg 2 keer zo lang.
D
Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg n keer zo lang.
Slide 24 - Quiz
De remweg van de auto is 30 meter lang bij een snelheid van 50 km/h. Hoelang is de remweg bij een snelheid van 100 km/h?
Slide 25 - Open question
De stopafstand is hetzelfde als de reactieafstand.
Waar
Niet waar
Slide 26 - Poll
Remweg
De remweg is de afstand die de auto aflegt tijdens het remmen.
Er hebben 3 dingen invloed op de remweg: 1. De beginsnelheid - hoe hoger de beginsnelheid, hoe langer de remweg.
2. De massa van de auto - hoe groter de massa, hoe langer de remweg.
3. De remkracht - hoe groter de remkracht, hoe korter de remweg.
Als de beginsnelheid n keer zo groot is, dan is de remweg n^2 keer zo lang.
Slide 27 - Slide
Stopafstand
De stopafstand is de totale afstand die de auto nodig heeft om te stoppen. De formule daarvoor is: stopafstand = reactieafstand + remweg.
De reactieafstand hierin is
de afstand die de auto
aflegt tijdens de reactietijd.
Slide 28 - Slide
H6 - Bewegen
Dit was hoofdstuk 6!
Zorg dat je alle opdrachten hebt gemaakt en nagekeken. De aantekeningen van elke paragraaf staan netjes in een schrift.