klas 2 Ch.2 - week 48

Aujourd'hui
  • startopdracht
  • grammaire H
  • exercices
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
  • startopdracht
  • grammaire H
  • exercices

Slide 1 - Slide

LESDOEL
LESDOELEN
Aan het einde van deze les...
... kun je je kamer beschrijven.
… kun je werkwoorden op -er vervoegen.
… kun je het adjectif correct gebruiken.


Slide 2 - Slide

Let op! vrij 1 dec: oefentoets bron A t/m D
  • Fais l'exercice H page 5
  • Fais l'exercice I page 5

Slide 3 - Slide

L’adjectif! (2)
Maak correcte zinsdelen.
Zorg dat je het bijv. nw. 
(1) op de juiste plek zet, en
(2) in de juiste vorm
1. un hôtel (grand)
2. un vélo (blanc)
3. un bâtiment (vieux + noir)
4. les yeux (m) (vert)
5. ma soeur (petit)
6. les vacances (v) (bon)
7.  le pantalon (beau)
timer
5:00

Slide 4 - Slide

L'adjectif!
Maak correcte zinsdelen.
Zorg dat je het bijv. nw. 
(1) op de juiste plek zet, en
(2) in de juiste vorm
timer
5:00
1. un grand hôtel (groot)
2. un vélo blanc (wit)
3. un vieux bâtiment noir
(oud + zwart)
4. les yeux verts (groen)
5. ma petite soeur (klein)
6. les bonnes vacances (goed)
7.  le beau pantalon (mooi)

Slide 5 - Slide

Tip!
Het bijvoeglijk naamwoord komt in het Frans altijd achter het zelfstandig naamwoord, op de uitzonderingen na, die je leert.

Slide 6 - Slide

Grammaire H

explication: werkwoorden op -er +
 het vervangen van het onderwerp

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Verbes en -er
présent


timer
3:00
1.
je
regarder
2.
ils
chanter
3.
nous
préférer
4.
tu
manger
5.
vous
aider

Slide 9 - Slide

Verbes en -er
présent


1.
je
regarde
2.
ils
chantent
3.
nous
préférons
4.
tu
manges
5.
vous
aidez

Slide 10 - Slide

Grammaire H

Fais les exercices 30ce+ 31 +33





Fini? Slim Stampen!


Slide 11 - Slide

LESDOEL
LESDOELEN
Behaald?
Aan het einde van deze les...
... kun je je kamer beschrijven.
… kun je werkwoorden op -er vervoegen.
… kun je het adjectif correct gebruiken.


Slide 12 - Slide

Heb ik de lesdoelen behaald?
Ja
Nee
Deels

Slide 13 - Poll

les devoirs ✍️
Faire: exercices 30cef+ 31 +33
Apprendre: bron A t/m D voor oefentoets vrijdag

Slide 14 - Slide

Aujourd'hui
  • herhaling vorige les
  • zelf een oefentoets maken
  • actief leren

Slide 15 - Slide

LESDOEL
LESDOELEN
Aan het einde van deze les...
... ken je woorden die te maken hebben met dieren.
... ken je woorden die te maken hebben met karaktereigenschappen en familie 
... Aan het eind van deze paragraaf kun je iemand beschrijven en kun je het adjectif correct gebruiken. 
... Aan het eind van deze paragraaf kun je jezelf en je familie voorstellen


Slide 16 - Slide

Verbes en -er
présent


timer
3:00
1.
je
regarder
2.
ils
chanter
3.
nous
préférer
4.
tu
manger
5.
vous
aider

Slide 17 - Slide

Maak zelf een oefentoets
Maak een oefentoets voor je buurman/buurvrouw van bron A t/m D
timer
6:00

Slide 18 - Slide

Maak de oefentoets
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Hoe goed heb je deze oefentoets gemaakt?
Allemaal goed!
1 of 2 fout
3-4 fout
5-6 fout
Ik wist heel veel nog niet

Slide 20 - Poll

Actief leren

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link