Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
L'adverbe / Het bijwoord
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord? "Lucas travaille bien à l'école." bien is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Quiz
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord? "Lucas est un bon élève." bon is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Quiz
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord? "Lucas est un très bon élève." très is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
Slide 5 - Quiz
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord? "Parfois, les élèves font les devoirs" Parfois is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
Slide 6 - Quiz
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord? "Parle doucement, s'il te plaît" doucement is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
Slide 7 - Quiz
Van bijv. nw. (adjectif)
naar bijwoord (adverbe)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Transforme cet adjectif en adverbe: vrai
Slide 11 - Open question
Transforme cet adjectif en adverbe: gratuit
Slide 12 - Open question
Transforme cet adjectif en adverbe: définitif
Slide 13 - Open question
Transforme cet adjectif en adverbe: complet
Slide 14 - Open question
Transforme cet adjectif en adverbe: meilleure
Slide 15 - Open question
De plaats van het bijwoord
Slide 16 - Slide
Met l'adverbe au bon endroit dans la phrase.
1. Nous avons mangé le repas.
2. J'ai aimé ta présentation.
3. Il ne fait pas très beau aujourd'hui.
4. Il a parlé longtemps.
bien
beaucoup
malheureusement
très
Slide 17 - Drag question
Avez-vous des questions?
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."
Faites les exercices: 9, 10ab, 11
Slide 18 - Slide
Avez-vous des questions?
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."