2022-12-05 4VWO L'adverbe

L'adverbe / Het bijwoord
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

L'adverbe / Het bijwoord
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."

Slide 1 - Slide

Filmpje Grandes Lignes

Slide 2 - Slide

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Lucas travaille bien à l'école."
bien is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Lucas est un bon élève."
bon is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Lucas est un très bon élève."
très is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Parfois, les élèves font les devoirs"
Parfois is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Parle doucement, s'il te plaît"
doucement is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quiz

Van bijv. nw. (adjectif)
naar bijwoord (adverbe)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Transforme cet adjectif en adverbe:
gratuit

Slide 11 - Open question

Transforme cet adjectif en adverbe:
vrai

Slide 12 - Open question

Transforme cet adjectif en adverbe:
définitif

Slide 13 - Open question

Transforme cet adjectif en adverbe:
complet

Slide 14 - Open question

Transforme cet adjectif en adverbe:
meilleure

Slide 15 - Open question

De plaats van het bijwoord

Slide 16 - Slide

Met l'adverbe au bon endroit dans la phrase.
1. Nous avons mangé le repas.

2. J'ai aimé ta présentation.

3. Il ne fait pas très beau aujourd'hui.


4. Il a parlé longtemps.
bien
beaucoup
malheureusement
très

Slide 17 - Drag question

Avez-vous des questions?
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."
Faites les exercices: 9, 10ab, 11

Slide 18 - Slide