This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
- Inloggen in LessonUp.
- Materiaal klaarleggen op tafel (boek + schrift)
§4 Alinea's en kernzinnen
Voordat we beginnen:
Slide 1 - Slide
Waaraan kun je een alinea herkennen?
Slide 2 - Mind map
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 1 - Meer dan lezen
1. Even herhalen
2. Lesdoelen
3. Uitleg alinea's en kernzinnen
5. Oefenopdrachten
6. Zelfstandig werken - bespreken
6. Afsluiten
Slide 3 - Slide
Er volgen nu wat herhalingsvragen
Slide 4 - Slide
Wat zijn de vijf tekstdoelen?
Slide 5 - Open question
Wat is het tekstdoel van een tekst waarbij de schrijver je wil vermaken?
A
amuseren
B
activeren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 6 - Quiz
Wat is het tekstdoel van een opinie in de krant?
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 7 - Quiz
Je kunt de kernzinnen van alinea's bepalen.
Je kunt een alinea schrijven met een duidelijke kernzin.
Lesdoelen
Slide 8 - Slide
Alinea's en kernzinnen
Teksten zijn verdeeld in alinea's. Een alineabestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde gaan.
"Alinea: wordt vaak afgekort als "al." In een schooltekst staan vaak alineanummers voor een nieuwe alinea. In een krant of boek niet!
Slide 9 - Slide
Alinea's en kernzinnen
De belangrijkste informatie uit een alinea staat in de kernzin.
Dat is meestal de eerste zin en soms de laatste. In de rest van de alinea staat dan vaak meer informatie of voorbeelden.
De kernzin kan ook de tweede zin zijn; de eerste zin geeft dan vaak het verband met de vorige alinea's aan.
Slide 10 - Slide
Voorbeeld
(1) Het begint met gekibbel en het eindigt met grof geweld. Ruziemaken met hun broer of zus kunnen kinderen als de besten. Alle wapens zijn toegestaan: krabben, huilen, stampen, slaan en schreeuwen in alle toonhoogten. Het lijkt wel oorlog. Toch kan een half uur later de vrede zomaar weer getekend zijn.
Slide 11 - Slide
Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak
Slide 12 - Quiz
Hoofdzaak
Bijzaak
Belangrijk
Kernzin
Kan weggelaten worden
Nadere uitleg of voorbeelden
Slide 13 - Drag question
Daarvoor kun je het beste op tijd beginnen met het leren van de moeilijke woorden en het huiswerk voor leesvaardigheid keurig bijhouden. Daarnaast is veel (online) oefenen met spelling aan te raden.
Sleep het woord 'kernzin' naar de kernzin van bovenstaande alinea. Sleep het woord 'bijzaak' naar de bijzaak in bovenstaande alinea.
Als je een voldoende wilt halen voor de eindtoets, moet je je goed voorbereiden.
Zo kun je gratis oefenen via cambiumned.nl.
kernzin
bijzaak
Slide 14 - Drag question
Aan de slag
§4 blz. 30
Opdracht 1
Opdracht 2 t/m vraag 6
Bespreken over tien minuten
Al klaar? Ga verder met:
Opdracht 3
Opdracht 4 t/m vraag 4
Opdracht 5, 8, 9 (schrijfopdracht)
timer
1:00
Slide 15 - Slide
Huiswerk dinsdag 28-01
Schrijfopdracht 3 - opdracht 9.1
Inleveren dinsdag 4 februari
Paragraaf 4 Opdracht 3
Opdracht 4 t/m vraag 4, 5 en 8 + nakijken
Leren woordlijst §4
Slide 16 - Slide
Je weet nu wat de kenmerken van een alinea zijn;
Je kunt nu de kernzin van een alinea bepalen.
Lesdoelen behaald?
Slide 17 - Slide
Omschrijf in je eigen woorden wat een kernzin in.
Slide 18 - Open question
ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maken opdracht 1,2,3,4 (t/m 4.6) +leren woordlijst §4