This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
In het Engels is het beleefd om een vraag niet alleen met ja/nee te antwoorden.
Na ja of nee gebruik je het werkwoord en het onderwerp uit de vraagzin in het antwoord.
Did she go to school yesterday? - Yes, she did.- No, she didn't.
Could I borrow your pen?- Yes, you can.- No, you can't.
Let op!
Zie je 'I' of 'We' in de vraag staan?
Dan zul je met een ander onderwerp jouw antwoord moeten vormen.
Are we allowed to go out?> No, you aren't.
Bij 'I' & 'We' geef je vaak antwoord met 'you'.