Herhaling §6.2 deel 3 (box 3)

Herhaling §6.2 deel 3 (box 3)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling §6.2 deel 3 (box 3)

Slide 1 - Slide

Joost heeft een vermogen van € 77.000.
Het heffingsvrij vermogen is € 50.000.
Bereken het bedrag waarover Joost in box 3 belasting moet betalen.

Slide 2 - Open question

Joost heeft een vermogen van € 77.000.
Het heffingsvrij vermogen is € 50.000.
Het fictief rendement is 1,9%.
Bereken het bedrag van het fictief rendement van Joost.

Slide 3 - Open question

Joost heeft een vermogen van € 77.000.
Het heffingsvrij vermogen is € 50.000.
Het fictief rendement is 1,9%.
Over het fictief rendement wordt 31% belasting geheven.
Bereken Joosts vermogensrendementsheffing. Rond naar beneden af op hele euro’s.

Slide 4 - Open question

Gebruik de tabel Fictief rendement
Marit heeft een vermogen van € 187.600.
Het heffingsvrij vermogen is € 50.000.
Bereken het belastbaar vermogen.

Slide 5 - Open question

Gebruik de tabel Fictief rendement
Marit heeft een vermogen van € 187.600.
Het heffingsvrij vermogen is € 50.000.
Het tarief van de vermogensrendementsheffing is 31%.
Bereken die belasting die Marit in box 3 betaalt. Rond naar beneden af op hele euro’s.

Slide 6 - Open question

Gebruik de tabel Fictief rendement.
In box 3 geldt een heffingsvrij vermogen van € 50.000.
De belasting in box 3 is 31% op het fictief rendement.
Merel heeft een vermogen van € 95.500.
Bereken het bedrag waarover Merel in box 3 belasting moet betalen.

Slide 7 - Open question

Gebruik de tabel Fictief rendement.
In box 3 geldt een heffingsvrij vermogen van € 50.000.
De belasting in box 3 is 31% op het fictief rendement.
Merel heeft een vermogen van € 95.500.
Zoek in de tabel het percentage van het fictief rendement waarmee Merel moet rekenen.
Bereken het bedrag van het fictief rendement van Merel.

Slide 8 - Open question

Gebruik de tabel Fictief rendement.
In box 3 geldt een heffingsvrij vermogen van € 50.000.
De belasting in box 3 is 31% op het fictief rendement.
Merel heeft een vermogen van € 95.500.
Over het fictief rendement wordt 31% belasting geheven.
Bereken Merels vermogensrendementsheffing. Rond naar beneden af op hele euro’s.

Slide 9 - Open question

Gebruik de tabel.
In box 3 geldt een heffingsvrij vermogen van € 50.000. De belasting in box 3 is 31% over het fictief rendement. Edward heeft een vermogen van € 2,2 miljoen.
Bereken de vermogensrendementsheffing die Edward moet betalen. Rond naar beneden af op hele euro’s.

Slide 10 - Open question