Past continuous

The past continuous
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

The past continuous

Slide 1 - Slide

Lesdoelen van vandaag
  • Wanneer gebruik ik past continuous?
  • Hoe gebruik ik past continuous?
  • Verschil past continuous en past simple!

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie van de past continuous?

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik ik past continuous?

De past continuous gebruik je wanneer je wilt zeggen dat iets een tijd bezig was in het verleden.  Je hebt bijvoorbeeld een hele middag in de sneeuw gespeeld, of lekker warm op  de bank liggen netflixen.

In het Nederlands zeg je heel vaak was/waren aan het

Slide 4 - Slide

Hoe gebruik ik past continuous?
was/were + ww + ing
I was watching Netflix the entire afternoon.
Ik was de hele middag Netflix aan het kijken

They were playing in the snow for hours!
Zij waren uren in de sneeuw aan het spelen!

Slide 5 - Slide

Was of were?
Hoe:
Omdat je voor de past continuous ook was en were moet gebruiken hieronder nog even een overzicht.
I was
you were
he / she / it was
we were
you were
they were

Als het over 1 persoon, dier of ding gaat gebruik je was
Gaat het over 2 of meer dan
gebruik je were.

Slide 6 - Slide

You ... listening to the story.
3/6
A
was
B
were

Slide 7 - Quiz

She ... listening to music.
3/6
A
was
B
were

Slide 8 - Quiz

Jack and John ... playing in the snow.
4/6
A
was
B
were

Slide 9 - Quiz

Ms. Niawarani ... preparing her lessons.
5/6
A
was
B
were

Slide 10 - Quiz

My parents ... at the supermarket this morning.
6/6
A
was
B
were

Slide 11 - Quiz

The past continuous
Nu gaan we oefenen met de past continuous.
We gaan beginnen met meerkeuze vragen en eindigen met open vragen.


Slide 12 - Slide

They ... (play) in the snow yesterday.
1/10
A
was playing
B
were playing
C
playing
D
were play

Slide 13 - Quiz

She ... (sing) for her audition.
1/10
A
was singing
B
were singing
C
singing
D
were sing

Slide 14 - Quiz

I ... (do) the dishes.
2/10
A
was doing
B
were doing
C
doing
D
was do

Slide 15 - Quiz

We ... (have) fun at the café.
3/10
A
was having
B
was have
C
were having
D
having

Slide 16 - Quiz

My sisters ... (work) yesterday
3/10
A
was working
B
was work
C
were working
D
working

Slide 17 - Quiz

Nu helemaal zelf!
I ... (think) of you when you called me.
4/10
4/10
2/10

Slide 18 - Open question


They ... (call) the entire afternoon.

Slide 19 - Open question


Our family ... (eat) dinner when someone knocked on the door.

Slide 20 - Open question


He ... (text) the entire lesson! That's why he got a bad grade.

Slide 21 - Open question


Bob ... (read) a book.

Slide 22 - Open question

Past simple vs past continuous

  • Beiden in verleden
  • past simple          = afgelopen
  • past continuous= afgelopen maar aanduiding dat het even duurde

Slide 23 - Slide

Past simple vs past continuous 
past simple              = verleden tijd       = afgelopen
past continuous    = verleden tijd       = afgelopen duurde een tijd(je)

Kijk eens naar het verschil tussen deze zinnen
The doorbell rang.  = verleden tijd = afgelopen
I was watching TV.  = verleden tijd = afgelopen, maar duurde een tijdje.

The doorbell rang when i was watching tv.
  • Er gebeuren twee dingen tegelijkertijd. De deurbel gaat en het TV kijken. Wat het langste duurt krijgt de -ing vorm.

Slide 24 - Slide

Zelf werken!
Zelfstandig aan het werk op blz. 98 -> Opdracht 8 en 9 van unit 3
Hulp nodig? Vraag? -> Hand opsteken.



Slide 25 - Slide

Samenvatting
Je weet nu
  • Wanneer je de past continuous gebruikt
  • Het verschil past continuous - past simple
  • Hoe je de past continuous gebruikt

Slide 26 - Slide

Ik weet wanneer ik 'was' of 'were' moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik kan de past continuous toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik weet wanneer ik past simple en past continuous gebruik
0100

Slide 29 - Poll