Rekenen: Midden 5 - deel 3

REKENEN - Midden 5 - Deel 3
Eind 5
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

REKENEN - Midden 5 - Deel 3
Eind 5

Slide 1 - Slide


Catootje is jarig.
Over 10 jaar is ze 18 jaar.
Hoe oud is Catootje nu?
A
18
B
10
C
8
D
28

Slide 2 - Quiz


Lis doet boodschappen voor € 20,60.

Zij geeft 1 briefje van € 20,- en de rest in munten van 20 cent.

Hoeveel munten van 20 cent geeft Lis?

A
20
B
3
C
60
D
1

Slide 3 - Quiz



Welk getal hoort bij de pijl?
A
500
B
450
C
425
D
600

Slide 4 - Quiz



Welk getal hoort bij de pijl?
A
530
B
650
C
600
D
525

Slide 5 - Quiz


360 + ___ = 450
A
90
B
80
C
140
D
150

Slide 6 - Quiz


250 + ___ = 360
A
110
B
80
C
140
D
150

Slide 7 - Quiz


10 x 33 =
A
33
B
330
C
100
D
43

Slide 8 - Quiz


Lian, Bob en Koen delen een zak snoep van 360 gram.

Hoeveel gram krijgt ieder?
A
60 gram
B
120 gram
C
40 gram
D
100 gram

Slide 9 - Quiz


Anne-Fleur koopt de schaar, het potlood en de gum.

Hoeveel euro moet zij betalen?
A
€ 4,50
B
€ 5,00
C
€ 4,00
D
€ 5,50

Slide 10 - Quiz


Jan brengt zand naar de zandbak. Hij loopt 12 keer met een 2 volle emmers.
Hoeveel emmers zand brengt hij naar de zandbak?
A
24
B
12
C
2
D
6

Slide 11 - Quiz


De nieuwe racebaan van Daan kost € 200,-. Daan betaalt € 50,-. Zijn ouders betalen de rest.

Hoeveel euro betalen zijn ouders?
A
€ 200,-
B
€ 50,-
C
€ 150,-
D
€ 100,-

Slide 12 - Quiz


Emma gaat hardlopen van
09:40 uur tot 10:30 uur.

Hoe lang heeft zij gelopen?
A
20 minuten
B
1 uur en 30 minuten
C
1 uur en 20 minuten
D
50 minuten

Slide 13 - Quiz

Terugtellen met sprongen van 25.

750 - 725 - 700 - ___
A
725
B
650
C
675
D
750

Slide 14 - Quiz


270 + ___ = 700
A
370
B
430
C
330
D
340

Slide 15 - Quiz


Bert gooit bij het pijltjesgooien 5 pijltjes.

Hoeveel punten heeft hij in het totaal gegooid?
A
21
B
12
C
17
D
14

Slide 16 - Quiz


Luc gooit bij het pijltjesgooien 3 pijltjes.

Hoeveel punten heeft hij in het totaal gegooid?
A
28 punten
B
11 punten
C
31 punten
D
24 punten

Slide 17 - Quiz


170 + ___ = 700
A
640
B
430
C
530
D
540

Slide 18 - Quiz


28 x 10 =
A
28
B
280
C
100
D
10

Slide 19 - Quiz


Het papier kost € 2,- per meter.
Sandra koopt 50 centimeter papier.

Hoeveel euro moet ze betalen?
A
1 euro
B
50 euro
C
2 euro
D
1 euro en 50 cent

Slide 20 - Quiz


70 + ___ = 300
A
270
B
240
C
230
D
330

Slide 21 - Quiz


80 + ___ = 400
A
320
B
240
C
230
D
330

Slide 22 - Quiz

In de pot zitten 600 Jelly Beans.
Loek, Lucas en Bas delen de Jelly Beans.

Hoeveel krijgt ieder?
A
200 Jelly Beans
B
50 Jelly Beans
C
60 Jelly Beans
D
400 Jelly Beans

Slide 23 - Quiz


Het is 3 uur.

Hoe laat is het over 3 kwartier?
A
half 4
B
kwart voor 3
C
kwart voor 4
D
half 3

Slide 24 - Quiz


25 + 275 + 45 =
A
300
B
245
C
325
D
345

Slide 25 - Quiz


71 - 18 =
A
54
B
44
C
43
D
53

Slide 26 - Quiz