This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
weerstandjes deel 2
blz. 108 in je tekstboek
blz. 40 in je werkboek
Slide 1 - Slide
wat gaan we doen?
een aantal vragen van het huiswerk bespreken
de weerstand berekenen
draadweerstanden maken
Slide 2 - Slide
leerdoelen
je kunt rekenen met de spanning, stroomsterkte en de weerstand
je kunt uitleggen wat een draadweerstand is en hoe je dat kunt maken
Slide 3 - Slide
stuur een foto in van je werkboek; vraag 1
Slide 4 - Open question
stuur een foto in van je werkboek van vraag 5
Slide 5 - Open question
stuur een foto in van je werkboek vraag 6
Slide 6 - Open question
de weerstand berekenen
om de weerstand te kunnen berekenen heb je de spanning en de stoomsterkte nodig
door middel van metingen kom je hier achter
spanning meet je over de weerstand ( parallel)
en de stroomsterkte meet je door de weerstand ( serie)
Slide 7 - Slide
de weerstand berekenen
je gebruikt de volgende formule:
weerstand = spanning : stroomsterkte
weerstand ( R) meet je in ohm (Ω)
spanning ( U ) meet in je volt ( V)
stroomsterkte (I) meet je in Ampère ( A)
Slide 8 - Slide
weerstand berekenen
Piet heeft de schakeling van hier naast gemaakt en leest een spanning af van 3 V en een stroomsterkte van 0,035 A.
Bereken de grootte van de weerstand
U = 3V
I = 0,035A
R = U : I
3 : 0,35 = 85,7 Ω
Slide 9 - Slide
Klaas heeft een andere weerstand en meet een spanning van 5,5 V en een stroomsterkte van 0,12 A. bereken de weerstand
Slide 10 - Open question
Anna heeft een weerstand van 50 Ω. ze wil een lamp aansluiten die op een spanning van 60V werkt. Hoe groot is de stroomsterkte? ( let op, je moet de formule nu ombouwen)
Slide 11 - Open question
draadweerstand maken
je hebt vaak een weerstand nodig met een bepaalde waarde
soms kun je een weerstand vinden met de juiste waarde maar soms moet je ook zelf een weerstand gaan maken
dit doe je met weerstandsdraad
Slide 12 - Slide
draadweerstand maken
weerstandsdraad wordt vaak gemaakt van het metaal constantaan
Je moet op de weerstand per meter letten
Je hebt bijvoorbeeld weerstandsdraad van 4 Ω per meter
wanneer je een weerstand nodig hebt van 23 Ω heb je: