Lire extra

 Lire
Stappen:
- wat zie je?
- wat weet je al over dit onderwerp?
- welke woorden ken je WEL



1 / 55
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Lire
Stappen:
- wat zie je?
- wat weet je al over dit onderwerp?
- welke woorden ken je WEL



Slide 1 - Slide

Let op! 
* bewaar je antwoord bij open vragen; klik op bewaren
* zoom in op het tekstje bij de vraag om het nog eens te bekijken
Bonne chance! 

Slide 2 - Slide

tekst 1 
Je leest een gesprek tussen Anouk, Yann en Stan.
Wat vertellen ze over zichzelf in de 1e alinea?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Yann en Stan zijn broers
A
vrai
B
faux

Slide 5 - Quiz

Yann en Anouk zijn beiden 14 jaar oud
A
vrai
B
faux

Slide 6 - Quiz

vervolg tekst 1 
In dit gedeelte vertellen zij over hun familie.
Wat kom je te weten over Anouk's familie?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Met wie woont Anouk in Aubenas?

Slide 9 - Open question

Waar woont Anouk's grote zus?

Slide 10 - Open question

vervolg tekst 1 
Hier wordt gesproken over hun kamers en hun interesses. 
Hoe ziet de kamer van Anouk eruit. 
Welke hobby's/interesses hebben ze?
Waarom stopt het gesprek met Stan?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Van welke artiest is Anouk fan?
Hoe weet je dat?

Slide 13 - Open question

Stan houdt vooral van klassieke muziek
A
vrai
B
faux

Slide 14 - Quiz

Stan zegt; A plus! Waarom moet hij gaan?

Slide 15 - Open question

tekst 2 
Bekijk de poster.
Wat wordt hier aangekondigd?
Let op Wie/wat/waar?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Welke teams spelen tegen elkaar?

Slide 18 - Open question

Waar spelen ze en hoe laat?

Slide 19 - Open question

tekst 3
De volgende tekst gaat over Roland Garros , het grote tennistoernooi in Parijs.
Wanneer wordt dit toernooi gespeeld en hoe lang duurt het?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

In welke maand vindt het toernooi plaats?

Slide 22 - Open question

"Les grands joueurs de tennis du monde jouent"
Wie spelen op dit toernooi?

Slide 23 - Open question

"Pendant quinze jours"
Hoe lang duurt het toernooi?

Slide 24 - Open question

tekst 4
De volgende tekst gaat over spijkerbroeken. 
Wat wordt gezegd in alinea 1?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat is het grote voordeel van de spijkerbroek volgens alinea 1?

Slide 27 - Open question

vervolg tekst 4 le jean
In welke kleuren zijn jeans te koop? door wie worden jeans gedragen? In welke delen van de wereld?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Welke bewering is waar;
A
iedereen draagt ze jong en oud
B
vooral jongeren dragen ze
C
vooral sterren dragen ze
D
vooral kinderen dragen ze

Slide 30 - Quiz

"vert, noir, gris, rouge, bleu clair, bleu foncé."In welke kleuren zijn jeans te koop?

Slide 31 - Open question

Wat is waar volgens de tekst?
A
spijkerbroeken worden vooral in Europa gedragen
B
spijkerbroeken worden vooral in Azië gedragen
C
spijkerbroeken worden vooral in Frankrijk gedragen
D
spijkerbroek worden overal ter wereld gedragen

Slide 32 - Quiz

les parents
trop bien
le soir
nul
le matin

Slide 33 - Drag question

timide
méchant
content
sympa
calme
drôle
grand
petit
cher
roux
blond
célèbre
intelligent
français
blond
beroemd
grappig
klein
rossig
gemeen
blij
Frans
verlegen
aardig
slim
groot
duur
kalm

Slide 34 - Drag question

niet
nooit
nog niet
niet meer
niets
ne ... plus
ne ... rien
ne ... jamais
ne ... pas
ne ... pas encore

Slide 35 - Drag question

qui
quand
combien
pourquoi

Slide 36 - Drag question

hoeveel
met
nu
omdat

combien

avec
maintenant
parce que

Slide 37 - Drag question

mais
toujours
avec
maintenant
beaucoup
combien
altijd
nu
hoeveel
met
veel
maar

Slide 38 - Drag question

tekst 5
Alain schrijft aan Cédric over zijn nieuwe huis en kamer.
Wat heeft hij allemaal in zijn kamer? Waar is hij  blij mee?

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Omschrijf de kamer van Alain;

Slide 41 - Open question

Wat voor soort boeken staan er in zijn grote Ikea kast?

Slide 42 - Open question

De posters op de muur hebben te maken met;
A
sport
B
muziek

Slide 43 - Quiz

Viens vite voir!
Wat vraagt Alain aan Cédric?

Slide 44 - Open question

Mettez dans le bon ordre.
__________
__________
__________
__________
__________
__________
__________
lundi
mardi
mercredi
jeudi
vendredi
samedi
dimanche

Slide 45 - Drag question

janvier
septembre
juillet
aout
il fait froid
décembre
avril
il fait chaud

Slide 46 - Drag question

Slide 47 - Slide

Waar brengt Juliette haar vakantie door?

Slide 48 - Open question

Ze logeren bij..

Slide 49 - Open question

J'ai besoin d'argent =
A
ik heb geld verdiend
B
ik heb geld nodig
C
ik krijg geld
D
ik geef geld uit

Slide 50 - Quiz

Welke 3 activiteiten noemt Paul?

Slide 51 - Open question

Julie zegt; ne travaille pas trop!
Dat betekent;
A
Werkse!
B
sterkte met werk!
C
Ga niet werken!
D
Werk niet teveel!

Slide 52 - Quiz

Expressions

Slide 53 - Slide

ik ga verder studeren= Je vais ..... mes études
A
finir
B
continuer
C
terminer
D
commencer

Slide 54 - Quiz

Ik ga werk zoeken= Je vais .... du travail
A
chercher
B
trouver
C
voir
D
regarder

Slide 55 - Quiz