HAVO 2 -Jeudi le 9 janvier: phrases-clés et bijvoeglijk voornaamwoord

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Jeudi le 9 janvier: phrases-clés et bijvoeglijk voornaamwoord

Havo 2: unité 2 2425

Tu connais les phrases-clés?

Les mots sont dans le bon ordre?

=

Staan de woorden in de juiste volgorde?

Is dit de juiste Franse zin?

Tu as frères ou des soeurs?
Heb je broers of zussen?

1. oui
2. non

Schrijf de juiste Franse vraag op:
Heb je broers of zussen?

Is dit de juiste Franse zin?

Oui, j'ai une petite soeur.

1. oui
2. non

Is dit de juiste Franse zin?
Elle comment s'appelle?

1. oui
2. non

Schrijf de juiste vraag op:
Hoe heet zij?

Is dit een juiste Franse zin?

Elle appelle Lola.

1. oui
2. non

Typ de juiste Franse zin.
Zij heet Lola

Is dit een juiste Franse vraag?
Qu'est-ce que vous aimez faire?

1. oui
2. non

Qu'est-ce que vous aimez faire?
=
Wat vinden jullie leuk om te doen?

1. oui
2. non

Is dit een juist Frans antwoord?
On aimez faire du sport.

1. oui
2. non

Geef het juiste Franse antwoord.
We vinden het leuk om te sporten.

Passé composé: Als het hulpwerkwoord van "être" komt,
dan krijgt het voltooid deelwoord...

1. extra e bij vrouwelijk
2. extra s bij meervoud
3. extra e bij vrouwelijk extra s bij mannelijk
4. extra e bij vrouwelijk extra s bij meervoud

Regarde la vidéo

het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

dus... welke is de juiste?

1. une robe bleu
2. une robe bleus
3. une robe bleue
4. une robe bleues

Bekijk nog eens de uitzonderingen

Fais ex. 16a - 16 f

ouvre ton livre!

=

open je boek!

Prêt(e)?

Demande la feuille de correction!

=

Vraag het antwoordvel om zelf na te kijken!