B1D vd en od 31/3/2022

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Voltooid en onvoltooid deelwoord

voltooid = iets is geweest, voorbij

onvoltooid = iets dat nog niet voorbij is, dat nog bezig is.

Onvoltooid deelwoord = een werkwoord in de zin, dat niet de persoonsvorm (pv) in de zin is. Deze is makkelijk te vinden in de zin: het hele werkwoord + d staat in de zin.

                             od            (=onvoltooid deelwoord)

Colin /gaat/ fietsend/ naar school.

          / pv / 

voltooid deelwoord = vd

Voltooid deelwoord = een werkwoord in de zin (niet de pv)

Bij een vd is er altijd een tweede werkwoord in de zin: hebben/zijn/worden (=de pv)

Eigenschappen van het vd:

- staat meestal aan het einde van de zin

- begint met ge- / be- /ver-

- eindigt meestal met -d / -t/ soms met -en

(maak het vd langer om te kunnen horen wat de laatste letter is)

Een paar leerlingen /zijn/ naar school gefietst.

fietsen

Opdracht 1, blz 110
Wat heb je ingevuld bij zin 1?

Ik heb ..............( )

winnen

Opdracht 1, blz 110
Wat heb je ingevuld bij zin 2?

Heb jij ..............( )?

verscheuren

Opdracht 1, blz 110
Wat heb je ingevuld bij zin 5?

Het papier is ..............( )?

leiden

Opdracht 2, blz 111
Wat heb je ingevuld bij zin 1?

Het smeltwater heeft tot veel overstromingen ..............( ).

doorprikken

Opdracht 2, blz 111
Wat heb je ingevuld bij zin 3?

De EHBO'ers hebben gisteren veel blaren ..............( ).

overkopen

Opdracht 2, blz 111
Wat heb je ingevuld bij zin 2?

Rosanne heeft een smartphone van haar vriendin ..............( ).

Eens kijken of dit lukt...

Kunnen jullie deze oefening online maken?

En nu....oefenen met werkwoorden vervoegen (=veranderen in de juiste vorm)

In de tegenwoordige tijd gebruiken we DRIE regels

bij het schrijven van de persoonsvorm:

ik-vorm

ik-vorm+t

het hele werkwoord

LET OP: het werkwoord aan het einde van de zin is het voltooid deelwoord. Kijk in je aantekeningen van gisteren om die goed te schrijven

OPDRACHTEN

Maak opdrachten 5 en 6 op blz 111 uit je lesboek.

Zet de antwoorden in je schrift.

Hoe was je inzet deze les?

😒🙁😐🙂😃