U1- les 5 periode 1 vragen stellen

• Spaans
• WO
• Studiejaar 1

La clase de español de U1

jueves, 14 de octubre de 2021

El objetivo: hoe je 3 persoonlijke vragen stelt in het Spaans

Hoy en clase

• La clase anterior
• Repasar la preparación para hoy
• Escuchar una conversación en español
• Repartir el reader
• La evaluación

La clase anterior

Mira estas imágenes y habla en holandés con tu compañero de clase sobre la clase anterior:

Repasar la preparación para hoy

Bekijk deze woordjes en spreek hardop de woordjes volgens de uitspraakregels:

gazpacho

paella

Casa

queso

copa

Chorizo

Jamón

caballo

vaso

cena

cine

Repasar la preparación para hoy

Habla en español con tu compañero de clase:

1. begroet elkaar
2. vraag hoe het gaat
3. stel jezelf aan hem/haar voor
4. vertel hoe oud je bent
5. vertel waar je vandaan komt
6. neem afscheid

Oefenen oefenen oefenen totdat de tijd om is.

Uit je hoofd! (schrift dicht!!!)

preguntar en español

Neem over in je schrift:

Hoe heet je?

¿Cómo te llamas?

Hoe oud ben je?

¿Cuántos años tienes?

Waar kom je vandaan?

¿De dónde eres?

Escuchar en español

Geef antwoord op deze vragen in het Nederlands:

1. ¿Cómo se llama la chica?

2. ¿De dónde es?

3. ¿Cuántos años tienes?

4. ¿Cómo se llama el hermano?

5. ¿Qué idiomas habla?

A practicar tú

Stel nu 4 vragen in het Spaans aan je klasgenoot en deze beantwoord ze in het Spaans.

Daarna ruilen jullie.

Schrijf op wat je vandaag in de les hebt geleerd en wat je in de volgende les wil leren

La preparación para el lunes

Schrijf in je papieren agenda:

voor donderdag 28 oktober 5de uur:

lr zinnen spa-ned, ned-spa uit je aant.

 (persoonlijk gesprekje)

lr uitspraakregels (aant)