CMC oefentoets Formuleren vwo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

 Formuleren

In iedere vaste standaarduitrusting zit een zakmes verpakt.

1. contaminatie
2. tautologie
3. pleonasme
4. onjuiste herhaling

Naast die man in de lift moet je niet naast gaan staan.

1. contaminatie
2. pleonasme
3. tautologie
4. onjuiste herhaling

We moeten voorkomen dat hij zich niet iedere dag volpropt met junkfood.

1. dubbele ontkenning
2. onjuiste herhaling
3. pleonasme
4. tautologie

De jongen ______________ ik je vertelde, heeft zwart haar.

1. waarover
2. over wie
3. daarover
4. over die

Welke zin is juist?

1. Hans geeft aan hun een snoepje
2. Hans geeft hun een snoepje
3. Hans geeft hen een snoepje
4. Hans geeft aan hen een snoepje

Dat is het beste ..... ik ooit gedaan heb.

1. dat
2. wat
3. dit
4. die

De wetenschap heeft .... geloofwaardigheid verloren.

1. zijn
2. haar

De media ..... veel aandacht aan die affaire.

1. besteden
2. besteedt

Dertig procent van de deelnemers ... de eindstreep niet gehaald.

1. hebben
2. heeft

Wat is een beknopte bijzin?

1. een bijzin met een denkbeeldig onderwerp
2. een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm
3. geen van beide

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.

1. foutieve beknopte bijzin
2. beknopte bijzin

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.

1. foutieve beknopte bijzin
2. beknopte bijzin

We moeten absoluut voorkomen dat iemand de vuile was aan de grote klok gaat hangen.

1. tautologie
2. pleonasme
3. contaminatie
4. dubbele ontkenning

Toen de leden van de Raad van Elf verschenen, gaf de burgemeester ___________ de sleutel van Breda.

1. hen
2. hun

De schoolleiding wil voorkomen dat er geen ongewenste introducees op het feest komen.

1. tautologie
2. pleonasme
3. contaminatie
4. dubbele ontkenning

Hemelsleutels gaat over Linde, een jong meisje … wanhopig op zoek is naar veiligheid.

1. dat
2. wat
3. die
4. dit

In dat tijdschrift zijn een reeks artikelen opgenomen over het gebruik van iPads op scholen.

1. contaminatie
2. dat/als-constructie
3. pleonasme
4. incongruentie

Aan dat gepraat over voetbal op zondagavond heb ik een hekel aan.

1. dubbele ontkenning
2. onjuiste herhaling
3. onjuist verwijswoord
4. tautologie

Ben je ervan op de hoogte dat wanneer je meedoet met het schoolkoor, je een extra cijfer krijgt?

1. incongruentie
2. dat/als-constructie
3. onjuist verwijswoord
4. onjuiste herhaling

Na het uitbreken van de brand waren zowel de politie als de brandweer snel ter plaatse.

1. onjuist verwijswoord
2. incongruentie
3. pleonasme
4. contaminatie

*Ik weet zeker dat als ik een nieuwe fiets krijg, ik heel blij zal zijn

1. zin foutief begrenzen
2. foutieve samentrekking
3. dat/als-constructie
4. Goed

Wij gaan zondag naar familie. Daarom bak ik nu een taart.

1. zinnen foutief begrenzen
2. foutieve samentrekking
3. dat/als-constructie
4. goed

Luid zingend bezorgde de Kerstman de cadeautjes

1. foutieve samentrekking
2. foutieve beknopte bijzin
3. Foutieve inversie
4. Goed

De cadeautjes stonden onder de trap en werden later uitgepakt.

1. foutieve inversie
2. foutieve samentrekking
3. foutieve beknopte bijzin
4. goed

Hij heeft een nieuwe fiets, maar er ook zijn best voor gedaan afgelopen jaar.

1. foutieve samentrekking
2. onjuiste inversie
3. zin foutief begrenzen
4. Goed

De Kerstman was geholpen door zijn rendieren en tevreden dat zijn klus geklaard was.

1. foutieve samentrekking
2. foutieve beknopte bijzin
3. onjuiste inversie
4. goed

Wat is de juiste verbetering?

De gemeente heeft zijn plannen bekend gemaakt.

1. De gemeente hebben hun plannen bekend gemaakt.
2. De gemeente heeft hun plannen bekend gemaakt.
3. De gemeente hebben haar plannen bekend gemaakt.
4. De gemeente heeft haar plannen bekend gemaakt.

Je moet voorkomen dat je geen onvoldoendes haalt.

1. dubbele ontkenning
2. onjuiste verwijzing
3. contaminatie
4. pleonasme

Welke zin is correct?

1. Ik ben stapelverliefd op de jongen dat daar loopt.
2. Ik ben stapelverliefd op de jongen wie daar loopt.
3. Ik ben stapelverliefd op de jongen die daar loopt.
4. Ik ben stapelverliefd op de jongen wat daar loopt.

Welke zin is correct?

1. Ik denk dat als je sneller werkt, je meer geld verdient.
2. Ik denk dat je meer geld verdient als je sneller werkt.
3. Ik denk als je sneller werkt dat je meer geld verdient.

Welke zin is NIET correct?

1. Onze trainer zette een punt onder zijn trainingsperiode.
2. Onze trainer zette een streep onder zijn trainingsperiode.
3. Onze trainer zetten een punt achter zijn trainingsperiode.

De bemanning verloor al haar bagage.

1. Goed
2. Fout

De jeugd van tegenwoordig weten niet van ophouden.

1. Goed
2. Fout

Bungeejumpen is het spectaculairste … Philip ooit tijdens een vakantie gedaan heeft.

1. wat
2. dat

Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.

1. foutieve samentrekking
2. samentrekking

De studenten moesten via een staalkabel een sloot oversteken. Wat hun overigens enorm tegenviel.

1. de zinnen zijn juist begrensd
2. de zinnen zijn onjuist begrensd