les 3 - ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Hulp bij het naar de toilet gaan

5. Hulp bij het naar de toilet gaan

  • Incontinentie = Je kunt je urine en/of ontlasting niet meer ophouden
  • Incontinentiemateriaal = Een hulpmiddel dat de urine en ontlasting opvangt. Bijvoorbeeld (wegwerp) luiers of broekjes

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hulp bij het naar de toilet gaan

5. Hulp bij het naar de toilet gaan

  • Incontinentie = Je kunt je urine en/of ontlasting niet meer ophouden
  • Incontinentiemateriaal = Een hulpmiddel dat de urine en ontlasting opvangt. Bijvoorbeeld (wegwerp) luiers of broekjes

Slide 1 - Slide

Wat is incontinentie?
A
Een medische behandeling voor incontinentie
B
Een hulpmiddel dat urine en ontlasting opvangt
C
Een hulpmiddel om naar de toilet te gaan
D
Je kunt je urine en/of ontlasting niet meer ophouden

Slide 2 - Quiz

Wat is incontinentiemateriaal?
A
Een hulpmiddel om te sporten
B
Een product voor persoonlijke hygiëne
C
Een hulpmiddel voor het huishouden
D
Een hulpmiddel dat de urine en ontlasting opvangt

Slide 3 - Quiz

Welk voorbeeld hoort bij incontinentiemateriaal?
A
Een hulpmiddel voor mobiliteit
B
(Wegwerp) luiers of broekjes
C
Medicijnen tegen incontinentie
D
Een speciale toiletbril

Slide 4 - Quiz

Aan de slag
Voer de praktijkopdrachten uit:
  • Handen wassen
  • Tanden poetsen van de zorgvrager
  • Helpen bij aan- en uitkleden
  • Helpen bij het eten en drinken
Voer de theorieopdrachten uit:
  • Maak poster over een zorginstelling in de buurt
  • Maak de opdracht over hulpmiddelen en zelfredzaamheid
  • Vul de eindevaluatie in

Slide 5 - Slide

Takenverdeling les 3
timer
20:00
Handen wassen
Tanden poetsen
Helpen bij aan- en uitkleden
Helpen bij eten en drinken
Theorie opdracht
Theorie opdracht
groep 4
groep 5
groep 6
groep 1
groep 2
groep 3
groep 3
groep 4
groep 5
groep 6
groep 1
groep 2

Slide 6 - Slide

Handhygiëne

Hygiëne heeft betrekking op de zorgvrager, maar ook op jou als zorgverlener
Onder handhygiëne verstaan we:
  • handen wassen
  • handen desinfecteren
  • handen verzorgen







Slide 7 - Slide

Handhygiëne

Richtlijnen handhygiëne:
  • Knip de nagels kort en houd ze schoon
  • Kunstnagels zijn niet toegestaan
  • Nagellak is niet toegestaan
  • Draag geen hand/arm sieraden









Slide 8 - Slide

Wat is een goede handhygiëne?
A
Kunstnagels zijn toegestaan
B
Nagellak mag
C
Je mag hand/arm sieraden dragen
D
Knip de nagels kort en houd ze schoon

Slide 9 - Quiz

Wat is persoonlijke verzorging?
A
Nagels knippen
B
Tandenpoetsen
C
Haren wassen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Mondverzorging

3.Mondverzorging – aandachtspunten:
  • Goede mondverzorging is belangrijk
  • Als de zorgvrager niet goed kan kauwen, kan hij/zij:
                   - onvoldoende voedingsstoffen binnen krijgen en ziek worden
                   - niet meer praten of niet fris uit de mond ruiken










Slide 12 - Slide

Mondverzorging

Het gebit:
  • Bestaat uit 32 tanden en kiezen
  • Heeft verschillende soorten tanden
                  - Snijtanden
                  - Hoektanden
                  - Kiezen











Slide 13 - Slide

Wat kan er gebeuren als de zorgvrager niet goed kan kauwen?
A
Onvoldoende voedingsstoffen binnenkrijgen en ziek worden
B
Meer tanden krijgen
C
Niet meer praten of niet fris uit de mond ruiken
D
Geen tanden hebben

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Hulp bij het aan- en uitkleden

4. Hulp bij het aan- en uitkleden:

  • Soms is het niet makkelijk een zorgvrager aan- en uit te kleden. Dit komt bijvoorbeeld doordat de zorgvrager:
                   - een zeer ernstige lichamelijke beperking heeft
                   - niet begrijpt wat je bedoelt
Tips:
  • Blijf geduldig en begripvol
  • Zorg dat je de zorgvrager goed kent zodat je weet hoe je het beste met hem om kan gaan
  • Stimuleer – beloon of maak een grapje


Slide 16 - Slide

Waarom is het soms moeilijk om een zorgvrager te helpen bij het aan- en uitkleden?
A
Er is geen goede kleding
B
De zorgvrager begrijpt je niet goed
C
Gebrek aan tijd
D
De zorgvrager heeft een ernstige lichamelijke beperking

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Hulp bij het eten en drinken

6. Hulp bij het eten en drinken – tips:

  • Zorg dat de maaltijd smaakvol wordt opgediend
  • Zorg dat de maaltijd prettig verloopt
  • Bij slikproblemen kan het eten ook gemalen worden
  • Zien eten doet eten

Slide 20 - Slide

Wat kan worden gedaan bij slikproblemen tijdens het eten?
A
Negeren van de slikproblemen
B
Het eten kan gemalen worden
C
Het eten moeilijker maken om te eten
D
Het eten aanbieden in grote stukken

Slide 21 - Quiz

Wat kan helpen om de maaltijd prettig te laten verlopen?
A
Een stressvolle omgeving
B
Gezelligheid en een ontspannen sfeer creëren
C
Onaangename geuren in de eetruimte
D
Eten zonder te praten

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

De opdracht
  • Maak deelopdracht 1.01.
  • Kies samen met een klasgenoot een zorginstelling in de buurt waar je iets meer over wilt weten. Je gaat onderzoek doen naar de doelgroep en welke zorg gegeven wordt. 
  • Maak vervolgens een poster over jouw gekozen zorginstelling.

Slide 24 - Slide

Voorbeelden van zorginstellingen

Slide 25 - Slide