Tiere

Kapitel 4 : Tiere
1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Kapitel 4 : Tiere

Slide 1 - Slide

Was ist dein Lieblingstier?

Slide 2 - Mind map

die Tiere aus dem Zoo
die Tiere auf dem Bauernhof
die Haustiere

Slide 3 - Drag question

Welche Tiere magst du am liebsten?

Slide 4 - Poll

Ich bin ....
ein Affe
eine Kuh
eine Schlange

Slide 5 - Poll

Ich bin ...
eine Maus
ein Meerschweinchen
ein Hund

Slide 6 - Poll

Ich bin ....
ein Löwe
eine Löwin
ein Welpe

Slide 7 - Poll

Ich bin ...
ein Huhn
ein Hahn
ein Kücken

Slide 8 - Poll

der Fisch
der Elefant
die Fliege
der Frosch
der Hund
die Katze
das Pferd
der Stier

Slide 9 - Drag question

das Schwein
das Huhn
der Fisch
der Vogel
der Fuchs
das Kaninchen
das Meerschweinchen
die Schildkröte

Slide 10 - Drag question

das Schaf
die Ziege
die Schlange
die Kuh
der Affe
der Wolf
die Maus
die Spinne

Slide 11 - Drag question

Ich bin groß und grau. Ich lebe in Afrika und Asien. Wer bin ich?
A
der Fisch
B
der Vogel
C
der Elefant
D
die Maus

Slide 12 - Quiz

Ich bin meistens weiß und ich habe ein wolles Fell. Wer bin ich?
A
das Schaf
B
der Löwe
C
das Schwein
D
der Wolf

Slide 13 - Quiz

Ich bin klein und schwarz. Die meiste Menschen haben Angst für mich. Wer bin ich?
A
die Katze
B
die Spinne
C
das Meerschweinchen
D
das Pferd

Slide 14 - Quiz

Ich schwimme in dem Meer, aber ich lebe auch auf dem Land. Ich bin grün und ich werde sehr alt. Wer bin ich?
A
die Kuh
B
die Ziege
C
die Schildkröte
D
die Schlange

Slide 15 - Quiz

Ich bin rosa und ich liebe die Modder. Wer bin ich?
A
der Elefant
B
der Wolf
C
das Pferd
D
das Schwein

Slide 16 - Quiz

Ich bin das Lieblingstier von Frau Gram. Ich lebe in Afrika und ich bin der König. Wer bin ich?
A
das Zebra
B
der Löwe
C
die Hyäne
D
die Giraffe

Slide 17 - Quiz

Welke Tiere kennst
du jetzt?

Slide 18 - Mind map

Wat gebeurt na kerst vaak in het dierenasiel? Antwoord in NL

Slide 19 - Open question

6

Slide 20 - Video

Wie viele Tiere sind im Tierheim Berlin?
A
14 000
B
40 00
C
1400
D
400

Slide 21 - Quiz

Wat gebeurt tussen 19 en 27 december?
A
het dierenasiel laat dan geen dieren ophalen
B
het dierenasiel neemt dan geen dieren aan
C
heel veel mensen willen dan van hun huisdier af
D
het dierenasiel is dan op zoek naar zwerfkatten.

Slide 22 - Quiz

Hou oud zijn de hondjes
A
8 en 10 jaar oud
B
18 jaar oud

Slide 23 - Quiz

Welke eigenschap moet de nieuwe eigenaar van Sam hebben?
A
sportief - veel wandelen
B
sterk - Sam is best zwaar
C
jong - Sam is erg actief
D
ervaring - Sam is onzeker

Slide 24 - Quiz

Wat betekent "Freigang" hier?
A
Dat je de kat haar eigen gangetje moet laten gaan.
B
Dat de kat vrij gelaten werd en dan gevonden werd.
C
Dat een kat ook naar buiten kan.

Slide 25 - Quiz

Wat doet Freddie als hij niet zelfstandig naar buiten kan?
A
aan meubels krabben
B
niet meer eten
C
kotsen
D
plassen

Slide 26 - Quiz

Wie viele Tiere sind im Tierheim Berlin?
A
14 000
B
40 00
C
1400
D
400

Slide 27 - Quiz

Wat gebeurt tussen 19 en 27 december?
A
het dierenasiel laat dan geen dieren ophalen
B
het dierenasiel neemt dan geen dieren aan
C
heel veel mensen willen dan van hun huisdier af
D
het dierenasiel is dan op zoek naar zwerfkatten.

Slide 28 - Quiz

Hou oud zijn de hondjes
A
8 en 10 jaar oud
B
18 jaar oud

Slide 29 - Quiz

Welke eigenschap moet de nieuwe eigenaar van Sam hebben?
A
sportief - veel wandelen
B
sterk - Sam is best zwaar
C
jong - Sam is erg actief
D
ervaring - Sam is onzeker

Slide 30 - Quiz

Wat betekent "Freigang" hier?
A
Dat je de kat haar eigen gangetje moet laten gaan.
B
Dat de kat vrij gelaten werd en dan gevonden werd.
C
Dat een kat ook naar buiten kan.

Slide 31 - Quiz

Wat doet Freddie als hij niet zelfstandig naar buiten kan?
A
aan meubels krabben
B
niet meer eten
C
kotsen
D
plassen

Slide 32 - Quiz

Thema: Tiere


Wotschatz B.
  • Was machen wir in P4? 
  • Wortschatz Kapitel 4 (Tiere)
.

****************************
Lesdoelen: 
- Ik ken diernamen in het Duits. 
- Ik kan mijn lievelingsdier beschrijven. 
- Ik kan de woordenlist N-D van Kapitel 4 actief gebruiken

Slide 33 - Slide