P1-P4 Woord vd Week H6 NN-1KGT Spreken Een presentatie houden

Presenteren - Woord van de Week
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Presenteren - Woord van de Week

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je leert een presentatie houden.

Slide 2 - Slide

Zo houd je een presentatie!

Slide 3 - Slide

Tips
- Maak van tevoren spreekkaartjes.
- Bereid je presentatie goed voor (thuis repeteren!)
- Leg je spreekkaartjes op volgorde en houd ze bij de hand.
- Praat rustig, duidelijk en hard genoeg.


 

Slide 4 - Slide

Tips
- Kijk zo veel mogelijk de klas in en niet te veel op de kaartjes of naar je PowerPoint.
- Blijf niet stokstijf staan, maar gebruik je lichaam, handen en gezichtsuitdrukkingen tijdens het spreken.
 

 

Slide 5 - Slide

Tips
- Maak de presentatie interessanter door dingen te laten zien.
- Vraag aan het eind of je publiek vragen heeft. Zo ja, beantwoord ze dan.  

 

Slide 6 - Slide

Probeer
Probeer de volgende vragen over 'presenteren' zo goed mogelijk te beantwoorden.

Slide 7 - Slide

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
A
Om anderen te overtuigen
B
Handig voor later, voor als je werkt
C
Om anderen wat te leren
D
Omdat het leuk is om te doen

Slide 8 - Quiz

Tijdens het presenteren zet je je voeten tegen elkaar aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Tijdens het presenteren gebruik je je handen en beweeg je.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Hoe lang van tevoren begin je met je presentatie?
A
Een uur van tevoren
B
Een dag van tevoren
C
Een week van tevoren
D
Een maand van tevoren

Slide 11 - Quiz

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Hoe vaak oefen je een presentatie?
A
Nooit.
B
1 of 2 keer.
C
3 tot 10 keer.
D
20 keer of meer.

Slide 12 - Quiz

(kies het beste antwoord)
Presenteren is:
A
Je verhaal vertellen
B
Je verhaal boeiend vertellen
C
Boeiend vertellen, lichaamstaal toepassen en ondersteunen met beeldmateriaal
D
Boeiend vertellen en na afloop vragen stellen.

Slide 13 - Quiz

(kies het beste antwoord)
Als ik presenteer:
A
Lees ik alles op van mijn blaadje
B
Zeg ik mijn naam en leg ik uit wat ik ga vertellen
C
Kijk ik nooit iemand aan
D
Houd ik géén vaste volgorde aan

Slide 14 - Quiz

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
Hoe maak je een presentatie pakkend?
A
Je doet iets onverwachts.
B
Je geeft hele duidelijke voorbeelden.
C
Je vertelt een spannend verhaal.
D
Je gebruikt je zintuigen.

Slide 15 - Quiz

Alleen door veel te oefenen leer je beter presenteren.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Presenteren
Probeer de volgende vragen over 'presenteren' zo eerlijk mogelijk te beantwoorden.

Slide 17 - Slide

Voor de klas presenteren vind ik
A
Best een beetje spannend
B
Eigenlijk wel leuk
C
mijn grootste nachtmerrie
D
Supergaaf

Slide 18 - Quiz

Wanneer wil jij presenteren?
(Alle klassen)
A
Zo snel mogelijk
B
Het liefst zo laat mogelijk
C
Niet meteen, maar wel vlot

Slide 19 - Quiz

Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Ik vind presenteren...
A
Leuk en uitdagend
B
Leuk en spannend
C
Meer eng dan spannend
D
Doodeng

Slide 21 - Quiz

De toetsopdracht
Elke week komt een leerling aan bod tijdens ‘Het woord van de week’. Je kijkt in kranten, tijdschriften, boeken, op straat naar woorden die je niet kent. Kies er een uit die je het meest aanspreekt. Je maakt een presentatie en verwerkt de volgende zaken:

Slide 22 - Slide

- Het woord
- De betekenis van het woord uit het woordenboek
- De context (waar heb je het woord gevonden, in welke zin staat het,
- De woordsoort van het woord
- Heeft het woord een meervoud? Zo ja? Wat?
- Een eigen zin met het woord.

Slide 23 - Slide

Beoordeling presentatie
In de beoordeling letten we op 2 zaken:
- algemene punten rondom de presentatie
- de spreekvaardigheid
Per onderdeel kun je minimaal 1pt en maximaal 5pt verdienen.

Slide 24 - Slide

Beoordeling Algemeen
  • Het gekozen woord
  • Betekenis
  • Context
  • Woordsoort
  • Meervoud
  • Eigen zin
Mening
Duidelijke presentatie (ppt)

Slide 25 - Slide

Beoordeling Spreken
  • Spreek duidelijk en rustig
  • Kijkt de klas in
  • Begrijpelijke taal
  • Houding

Slide 26 - Slide

Doen voor de toets
Je kan een korte presentatie houden (voor Woord van de Week).

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide