Les 8 april 2021

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Deze les:

• theorie herhalen TV1
• theorie herhalen TV2
• huiswerk bespreken
• zelfstandig werken
• uitleg TV3
• zelfstandig werken
• les afronden 

Op welke vragen geeft de bijwoordelijke
bepaling antwoord?

Wat is de bijwoordelijke bepaling van de onderstaande zin?
"Veel scholieren reizen met het openbaar vervoer."

Geef de trappen van vergelijking van het woord: klein.

Wanneer gebruik je als en wanneer gebruik je dan?

Huiswerk bespreken

https://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/#/plp/book/2f206aa6-cfd3-4b12-bb08-8625c41ed8ef/chapter/3fdb85b2-c2f8-466a-a0ff-a321c89947a4/paragraph/576b6e85-99d2-4d8d-ac9f-2d8389962279/lesson/49e63f6d-0774-477a-bfe1-fd763ffa3a08 - opdr. 2 TV2

Zelfstandig werken

Wat? --> maak de paragraaf TV2 af

Hoe? --> zelfstandig

Hulp? --> theorie, internet, docente vragen

Tijd? --> tot 10.20 uur

Klaar? --> maak het onderdeel TV1 en TV2 van 'Trainen' + maak de 'gele' opdrachten van TV1.

Wat is de bijwoordelijke bepaling van de onderstaande zin?
"Veel scholieren reizen met het openbaar vervoer."

Wanneer gebruik je als en wanneer gebruik je dan?

Uitleg TV3

https://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/#/plp/book/2f206aa6-cfd3-4b12-bb08-8625c41ed8ef/chapter/3fdb85b2-c2f8-466a-a0ff-a321c89947a4/paragraph/e96de928-9b13-48e0-a745-abe25c6f154f/lesson/eb4fb80b-dec3-4914-995e-57d731af674b

Een verkleinwoord maak je meestal door het achtervoegsel -je achter een zelfstandig naamwoord te plakken.

1. waar
2. niet waar

Opdr. 1

https://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/#/plp/book/2f206aa6-cfd3-4b12-bb08-8625c41ed8ef/chapter/3fdb85b2-c2f8-466a-a0ff-a321c89947a4/paragraph/e96de928-9b13-48e0-a745-abe25c6f154f/lesson/1e98317b-bdba-4d9b-a5fc-684edc3b93df

Zelfstandig werken

Wat? --> maak de startopdracht, opdracht 1, 2 en 3 van TV3

Hoe? --> zelfstandig

Hulp? --> theorie, internet, docente

Tijd? --> tot 11.25 uur

Klaar? --> maak TV1 en TV2 af + maak het onderdeel TV1 en TV2 van 'Trainen' + maak de 'gele' opdrachten van TV1 en TV2.

Geef de trappen van vergelijking van het woord: klein.

Een verkleinwoord maak je meestal door het achtervoegsel -je achter een zelfstandig naamwoord te plakken.

1. waar
2. niet waar

Huiswerk:

 TV2 is af, ook de 'gele' opdrachten zijn af.

TV3: startopdracht, opdracht 1, 2 en 3 zijn af.