This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
12.4 Elektriciteit en Veiligheid
Slide 1 - Slide
Lesdoelen 12.4
Je kunt beschrijven welke twee gevaren het gebruik van elektriciteit met zich meebrengt.
Je kunt uitleggen waarom je in vochtige ruimtes extra voorzichtig moet zijn met elektriciteit.
Je kunt uitleggen wat word bedoelt met enkele en dubbele isolatie.
Je kunt zekeringen, aardlekschakelaars en randaarde in afbeeldingen herkennen en de functie beschrijven.
Slide 2 - Slide
Voorkennis
Heb jij al eens een schok gehad door elektriciteit ?
Slide 3 - Slide
De meterkast
Slide 4 - Slide
Gevaren
1) Brand bij kortsluiting of
overbelasting.
2) Schok.
Slide 5 - Slide
enkele/dubbele isolatie
Bij een apparaat met dubbele isolatie is er een extra isolatielaag en meestal een plastic buitenkant.
Slide 6 - Slide
Zekeringen
Groepszekering: deze springt boven
de 16 A om brand door oververhitting
te voorkomen.
Installatieautomaat: een
elektronische zekering.
Slide 7 - Slide
Aardlekschakelaar
Deze vergelijkt de stroom tussen de fase en nul. Is deze groter dan 30 mA, dan springt de aardlekschakelaar.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Open question
Randaarde
Een geel/groene draad die via de metalen buitenkant van een apparaat via het snoer naar de rand van het stopcontact gaat.
De randaarde voorkomt stromen door je lichaam.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Opdrachten maken
Wat - LEZEN 1.4 & maken Opdracht 1 t/m 13,
Hoe - 10 min in stilte!
HULP? - Ja
Klaar? - Ga de test jezelf maken van H1.4
timer
10:00
Slide 14 - Slide
Boven hoeveel Ampère is stroomsterkte levens gevaarlijk?
A
1 A
B
1 mA
C
10 mA
D
100 mA
Slide 15 - Quiz
Waar tegen beschermt een zekering?
Een zekering voorkomt ......
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
Brand
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 16 - Quiz
Fasedraad
Nuldraad
Schakeldraad
Aardedraad
Slide 17 - Drag question
De aardedraad.....
A
schakelt de stroom uit bij een lekstroom
B
voert een lekstroom af naar de aarde
C
zet een apparaat uit bij een lekstroom
Slide 18 - Quiz
Kortsluiting krijg je door
A
overbelasting
B
brand
C
direct contact tussen de fase en nuldraad
D
te kleine stromen
Slide 19 - Quiz
Een zekering voorkomt kortsluiting
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Een aardlekschakelaar....
A
meet de uitgaande stroom
B
meet de ingaande stroom
C
vergelijkt de ingaande met de uitgaande stroom
D
controleert of de draden overbelast worden
Slide 21 - Quiz
Kees die gaat zijn telefoon opladen maar ziet dat zijn telefoon snoer kapot is. Kees stop het snoer in het stopcontact en krijgt een schok. Waar of niet waar?