Les 4. Workshops. Ethiek

Workshop
Vrijheidsbeperkende maatregelen les 4


1 / 34
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Workshop
Vrijheidsbeperkende maatregelen les 4


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Mo Hersi: BLM
  • 13 oktober van 10:30 tot 12:00 gaan jullie naar de Black Lives Matter voorstelling van Mo Hersi. 

  • Hij heeft een handboek geschreven over omgaan met verschillende mensen - met name omgaan met interculturele verschillen en racisme -> juist binnen MZ van belang. 

Slide 4 - Slide

Mo Hersi: BLM
  • Deze voorstelling is in de theaterzaal, beneden, zorg ervoor dat je hier bent om 10:30. 
  • 3A gaat met Selina Wijnsma
  • 3B gaat met Feikje Fokkema-Pagani

  • Aanwezigheid is verplicht.

Slide 5 - Slide

Vandaag
  • Dilemma's bespreken
  • Terugblik
  • Ethiek
  • Stelling & AUB
  • Aan de slag

Slide 6 - Slide

Dilemma's 
Denken, delen, uitwisselen
  • Je krijgt een dilemma
  • Denk na over je gekregen dilemma en beschrijf mogelijke oplossingen/alternatieven/maatregelen
  • Ga in een viertal delen: wat voor antwoorden hebben jullie onderling? (10 min)
  • Presenteer je oplossingen voor de klas

Slide 7 - Slide

Terugblik

Slide 8 - Slide

Hoeveel categorieën vrijheidsbeperkende maatregelen zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
8

Slide 9 - Quiz

Wat is geen categorie?
A
Verbale maatregelen
B
Lichamelijke maatregelen
C
Strafrechtelijke maatregelen
D
medicatiemaatregelen

Slide 10 - Quiz

Wie valt onder de wet zorg & dwang?
A
Alleen minderjarigen
B
Iedereen
C
Mensen in het doelgroepenregister
D
Mensen met een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening

Slide 11 - Quiz

Wanneer is zorg onvrijwillig?
A
Als de cliënt het wel wil en de vertegenwoordiger niet
B
Als de cliënt en de vertegenwoordiger niet willen
C
Als de cliënt niet wil en de vertegenwoordiger wel
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Normen & waarden

Slide 13 - Slide

Wat zijn normen & waarden?

Slide 14 - Open question

Normen & waarden
  • Normen & waarden zijn ongeschreven gedragsregels

  • Normen & waarden zijn afhankelijk van cultuur of religie

  • Normen & waarden zijn twee verschillende dingen, eigenlijk in de verkeerde volgorde

Slide 15 - Slide

Een norm
  • Een norm is een ongeschreven regel

  • Iets dat normaal voor je is

  • Waar komt die norm vandaan?




Slide 16 - Slide

Een waarde
  • Zonder waarden geen normen

  •  Ander woord voor waarde is overtuiging

  • Dingen die je waardevol vindt

Slide 17 - Slide

Eigenlijk moet het zijn waarden en normen

Slide 18 - Slide

Ethiek & ethische dilemma's

Slide 19 - Slide

Ethiek 
  • Ethiek is nadenken over jouw normen & waarden


  • Het is nadenken over de vraag of je handelen leidt tot goede zorg


  • Het kan over hele kleine dingen gaan maar ook over hele grote dingen

Slide 20 - Slide

Ethische dilemma's
Voorbeelden van ethische dilemma's:
  • Wat is een goede balans tussen vrijheid van je cliënt en bescherming van kwetsbare mensen (veiligheid, voorkomen van risico’s, vrijheidsbeperking)?
  • Mag je als professional afwijken van protocollen en standaarden in het belang van de cliënt? 

Slide 21 - Slide

Stellingen & argumenten

Slide 22 - Slide

  1. De stelling is controversieel (binnen de doelgroep)
  2. De stelling is duidelijk geformuleerd
  3. De stelling bestaat uit maximaal 15 woorden
  4.  De stelling bevat géén argument 

Slide 23 - Slide

De stelling is controversieel
Controversieel: ''omstreden, waarover grote meningsverschillen bestaan''

  • Niet: elke MZ student krijgt €100. 
  • Wel: Elke MZ student is vanaf nu elke dag van 08:30 tot 18:30 op school

Slide 24 - Slide

De stelling is duidelijk
De stelling moet absoluut geformuleerd zijn: duidelijk. Je geen vragen hoeven stellen om de stelling te begrijpen.

  • Niet: Het is beter als sommige alcoholreclames worden verboden in sommige gevallen.
  • Wel: Alcoholreclame moet worden verboden

Slide 25 - Slide

De stelling bestaat uit maximaal 15 woorden
Een te lange stelling is onnodig ingewikkeld.

  • Niet: In het geval van een afwijkende stageplek moet het mogelijk zijn dat sommige studenten eventueel kunnen verlengen als het echt niet anders kan.
  • Wel: het moet mogelijk zijn om langer op je BPV plek te blijven. 

Slide 26 - Slide

De stelling bevat géén argument
Een stelling is neutraal: zodat je het hiermee eens of oneens kan zijn.

  • Niet: Ik vind alcohol lekker dus het moet gewoon kunnen op school.
  • Wel: Alcohol drinken op school is toegestaan voor 18+ studenten. 

Slide 27 - Slide

  1. De stelling is controversieel (binnen de doelgroep)
  2. De stelling is duidelijk geformuleerd
  3. De stelling bestaat uit maximaal 15 woorden
  4.  De stelling bevat géén argument 

Slide 28 - Slide

Je maakt voor deze opdracht gebruik van de AUB methode

  • A: Argument
  • U: uitleg
  • B: Bijvoorbeeld

Slide 29 - Slide

Stelling
Stelling: Mensen met downsyndroom moeten verplicht aan de anticonceptie. 

Argument
Bijvoorbeeld
Uitleg

Slide 30 - Slide

Argument
Stelling: Mensen met downsyndroom moeten verplicht aan de anticonceptie. 

Argument: Zo bescherm je potentiele kinderen tegen een slechte opvoeding.

Slide 31 - Slide

Uitleg
Stelling: Mensen met downsyndroom moeten verplicht aan de anticonceptie. 

Uitleg: Want mensen met downsyndroom hebben een verstandelijke beperking, vaak functioneren zij zelf op het niveau van een kind en kunnen ze niet (goed) voor zichzelf zorgen. Dan kunnen ze niet voor een kind zorgen.

Slide 32 - Slide

Bijvoorbeeld
Stelling: Mensen met downsyndroom moeten verplicht aan de anticonceptie. 

Bijvoorbeeld: stel je voor je ouders functioneren op het niveau van een kind van 4, kunnen niet zelf koken en huishouden doen: dan mis je belangrijke vaardigheden en loop je misschien zelfs gevaar als kind zijnde. Dat moeten we niet willen. 

Slide 33 - Slide

Opdracht periode 9
  • Bedenk een stelling over vrijheidsbeperkende maatregelen
  • Werk deze stelling uit, inclusief minimaal 1 argument voor en 1 argument tegen volgens de AUB methode. 
  • Presenteer je stelling en argumenten voor de klas (2 á 5 min)

  • Je uitgewerkte stelling en argumenten (minimaal 1 A4) en presentatie lever je in via OneNote. 

Slide 34 - Slide