M3 woorden 4.5 en fictie 5.1

week 5: woorden 4.5  en fictie 5.1
  • je kent de betekenis van de behandelde woorden
  • je kunt je woordgebruik aanpassen aan je doelgroep 
  • je kunt de kwaliteit van een verhaal vaststellen
  • je weet waarom fictie gelezen en geschreven wordt


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

week 5: woorden 4.5  en fictie 5.1
  • je kent de betekenis van de behandelde woorden
  • je kunt je woordgebruik aanpassen aan je doelgroep 
  • je kunt de kwaliteit van een verhaal vaststellen
  • je weet waarom fictie gelezen en geschreven wordt


Slide 1 - Slide

Taak voor deze week:
4.5 (woorden): 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8 ,9 , 10, 11, 13, 14
5.1 (fictie): 1, 3, 5, 6, 7, 8, 9

Slide 2 - Slide

wat is de betekenis van:
ambachtelijk
A
door de koning gemaakt
B
feestelijk
C
degelijk; met de hand gemaakt
D
ingewikkeld

Slide 3 - Quiz

Als je baat hebt bij...
dan
A
heb je voordeel van
B
word je beperkt

Slide 4 - Quiz

een decennium is een periode van..
A
100 jaar
B
1000 jaar
C
10 jaar
D
20 jaar

Slide 5 - Quiz

Woorden 4.5

https://quizlet.com/nl/553716523/m3-woorden-h4-flash-cards/

Gebruik bovenstaande link om de woorden van hoofdstuk 4 te oefenen in quizlet. 




Slide 6 - Slide

je kunt je woordgebruik aanpassen aan je doelgroep

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Kinderen
Pubers
Mannen
Ouderen
Vrouwen
Zakenmensen

Slide 9 - Slide

Bekijk deze
afbeelding
goed....
timer
0:10

Slide 10 - Slide

Voor welke doelgroep is de
advertentie geschreven?
A
Kinderen
B
Ouders
C
Docenten
D
Medewerkers

Slide 11 - Quiz

Voor welke doelgroep is Kapot geschikt?
A
Voor iedereen
B
Voor basisschoolkinderen
C
Voor jongeren vanaf 12 jaar oud
D
Voor kinderen met problemen

Slide 12 - Quiz

Taak voor deze week:
4.5 (woorden): 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8 ,9 , 10, 11, 13, 14
5.1 (fictie): 1, 3, 5, 6, 7, 8, 9

Slide 13 - Slide

Tot welke doelgroep hoor jij?

Slide 14 - Mind map

Je weet waarom fictie gelezen en geschreven wordt

Slide 15 - Slide

Je kunt de kwaliteit van een verhaal vaststellen 

Slide 16 - Slide

Heb jij voor Nederlands een boek gehaald in de mediatheek?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

boekenspeeddate datum volgt 
In maart moet je het boek hebben uitgelezen voor het maken van de opdracht.  Je  gaat een boekpromotie houden. 
 Veel leesplezier.... 

• Kies een boek dat je mooi vindt
• Kies een goed fragment uit om voor te lezen
• Noteer je mening over het boek
• Maak een spreekplan
• Houd je pitch 



Slide 18 - Slide

Weektaak
  • woorden 4.5 maak 'test jezelf'  . Als je de leerdoelen niet gehaald hebt, dan maak je de volgende opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8,9 , 10, 11, 13, 14, 
  • fictie 5.1 maak de volgende opdrachten 1, 3, 5, 6, 7, 8, 9 
  • start met het lezen van je boek. Je hebt hiervoor 4 weken de tijd, dus maak een planning 

Slide 19 - Slide