lesweek 8 H3 De Salesorganisatie (I28)

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 2

Joost van der Hagen

Bij welke strategie wordt de selectieve vraag naar een product door de afnemers gestimuleerd, zodat distribuanten als het ware gedwongen worden een merk in hun assortiment op te nemen?

1. pullstrategie
2. pushstrategie
3. sourcing
4. latente verkoopstrategie

Welke van onderstaande definitie heeft betrekking op het begrip klantenorder ontkoppelpunt (KOOP)?

1. Gericht om de juiste producten van de juiste kwaliteit in de juiste hoeveelheid precies op het moment dat ze nodig zijn (juiste tijd) bij de afnemer af te leveren.
2. Voor dit punt hebben de specifieke orders van klanten geen invloed op de goederenstroom, of de productie of de manier van werken, na dit punt is dit wel het geval.
3. Activiteiten die betrekking hebben op de de complete goederenstroom, van ontvangst tot verzending.

Hoe wordt de fysiek aanwezige voorraad genoemd, dus de voorraad die in het magazijn ligt?

1. technische voorraad
2. economische voorraad
3. stand-by voorraad
4. veiligheidsvoorraad

De leverancier beheert de voorraden en de hoogte daarvan in het magazijn of distributiecentrum van zijn klant. De leverancier is geen eigenaar van de voorraden. Deze voorraad heet:

1. CIF managed inventory
2. purchase managed inventory
3. buyer managed inventory
4. vendor managed inventory