02. 7.2 Arbeidsmarkt (15-4)

H7 De arbeidsmarkt
§2: (Actief op de) Arbeidsmarkt
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7 De arbeidsmarkt
§2: (Actief op de) Arbeidsmarkt
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 1 - Slide

Volgorde hoofdstuk 7
B
KGT
§ 1
§ 1
§ 2
§ 2
§ 3
§ 3
§ 4
§ 4
§ 5
§ 5
§ 6
9-4
15-4
16-4
22-4
23-4
13-5
Dinsdag 21 mei 
Toets hoofdstuk 7

Slide 2 - Slide

Volgorde hoofdstuk 8
B
KGT
§ 1
§ 1 + 2
§ 2
§ 3
§ 3
§ 4
§ 4
§ 5
§ 5
§ 6
Maandag 
Toets hoofdstuk 8

Slide 3 - Slide

Vandaag
Huiswerk
Hoofdstuk 7 paragraaf 2
Vraagbokaal
Huiswerk

Slide 4 - Slide



B
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 1




KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 1



Huiswerk 15 april

Slide 5 - Slide

Vraagbokaal

Starten met een vraag.

Slide 6 - Slide

Vraagbokaal
Einde les bedenk je een toetsvraag en die schrijf je op een papiertje (met antwoord). De beste vragen komen in de pot.
De volgende les start ik met een vraag uit de bokaal.

Slide 7 - Slide

Doel 7.2: De arbeidsmarkt
  • B: Ik kan uitleggen wat de arbeidsmarkt is.
  • BKT: Ik kan uitleggen hoe je hulp kunt krijgen bij het zoeken naar een baan.
  • KT: Ik kan aangeven wat bedrijven en instellingen doen om geschikt personeel te vinden.
Schrijf mee in teams

Slide 8 - Slide

Wat is een vacature?

A
openstaande arbeidsplaats
B
proeftijd
C
opzegtermijn
D
geschoold werk

Slide 9 - Quiz

Een arbeidsplaats die onbezet is wordt ook wel een ............ genoemd
A
Arbeidsplaats
B
Vacature
C
Bezette arbeidsplaats
D
Beroepsbevolking

Slide 10 - Quiz

Wie/wat horen er bij de werkgelegenheid?
A
Vacatures + werkenden
B
werklozen + werkenden
C
Vacatures + werklozen

Slide 11 - Quiz

Een kapsalon heeft 5 arbeidsplaatsen, waarvan er 1 onbezet is.
Wat is de werkgelegenheid?
A
1
B
4 (namelijk 5-1)
C
5
D
6 (namelijk (5+1)

Slide 12 - Quiz

in welke leeftijdsgroep kun je tot de beroepsbevolking behoren
A
0- 20 jaar
B
15-45 jaar
C
15-67 jaar
D
67 jaar en ouder

Slide 13 - Quiz

De werkgelegenheid is ......
A
de vraag naar arbeid
B
het aanbod van arbeid

Slide 14 - Quiz

Wat is de beroepsbevolking?
A
Groep personen tussen 15 en 75
B
Groep personen tussen 15 en 65
C
Alle werkende en niet werkende mensen
D
geen van bovenstaande antwoorden

Slide 15 - Quiz

Wat gebeurt er met de werkgelegenheid wanneer een bedrijf failliet gaat?
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 16 - Quiz

werknemer
werkgever
aanbod van arbeid
vraag naar arbeid

Slide 17 - Drag question

Sleep de woorden rechts naar de juiste plek
Post nl. hoeft geen nieuw personeel nodig .
Het bedrijf heeft geen
Sterker nog: Post nl onslaat mensen
De                                        neemt bij
PostNL af.  
De ontslagen werknemers horen, ook al
hebben ze geen werk meer, toch nog bij de                                        
De ontslagen werknemers gaan op zoek naar ander werk. 
 Zij bieden zich aan op de arbeidsmarkt en horen
daarom bij het
vacatures
vraag naar arbeid
aanbod van arbeid
beroepsbevolking

Slide 18 - Drag question

Alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen bij elkaar opgeteld noem je de:
A
Arbeidsmarkt
B
Beroepsbevolking
C
Werkeloosheid
D
Werkgelegenheid

Slide 19 - Quiz

Arbeidsmarkt
Geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.

Slide 20 - Slide

Zoeken naar personeel
  • Vacature (personeelsadvertentie van een bedrijf) te plaatsen op de website van het bedrijf, op sociale media of op een vacaturesite
  • Werk.nl (site van het UWV)
UWV = overheidsinstelling die de arbeidsmarkt in de gaten houdt.
Hier schrijf je je in, zodat je een uitkering krijgt (als je aan een aantal voorwaarden voldoet).

Slide 21 - Slide

Verborgen werkeloosheid
Als werkzoekenden zonder baan niet bij het UWV zijn ingeschreven.

Slide 22 - Slide

Regionale werkeloosheid
Het werkloosheidpercentage ligt in een bepaald gebied ver boven het Nederlands gemiddelde.

Slide 23 - Slide

Rekenvaardigheden
Ik let er op dat ik:
  • Een berekening geef
  • De eenheid erbij zet: €
  • Een komma zet ipv een punt
  • 2 cijfers achter de komma zet
Rekentrainer B 6.1

Slide 24 - Slide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 25 - Open question

Vraagbokaal
Bedenk een (toets)vraag en schrijf die op een papiertje 
(met antwoord). 
De beste vragen komen in de pot.
De volgende les start ik met een vraag uit de bokaal.

Slide 26 - Slide



B
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 2




KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 2



Huiswerk 16 april

Slide 27 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 28 - Slide

Overige dia's

Slide 29 - Slide

film 15 minuten
De arbeidsmarkt

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Waaruit bestaat de beroepsbevolking?
A
Mensen die op zoek zijn naar een baan in de marktsector
B
Mensen die een baan hebben in de collectieve sector
C
Mensen die betaald werk hebben in de collectieve of marktsector
D
Mensen die betaald werk hebben of op zoek zijn naar een baan

Slide 32 - Quiz

Wat gebeurt er met de werkgelegenheid bij mechanisatie en automatisering?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 33 - Quiz

Wat is een vacature
A
Een baan die niet beschikbaar is
B
Een waar die onbeschikbaar is
C
Een openstaande baan waar niemand voor gezocht wordt
D
Een openstaande baan waar iemand voor wordt gezocht.

Slide 34 - Quiz