What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Imparfait + passé composé (p.c.)
BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et
bienvenue!!
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et
bienvenue!!
Slide 1 - Slide
Lundi 18 novembre
Le programme pour aujourd'hui :
- Je kunt werkwoorden in de passé composé
vervoegen;
- Je kunt werkwoorden in de imparfait
vervoegen.
Slide 2 - Slide
Objectif numéro 1
Le
passé composé
!
2 elementen: hulpwerkwoord + voltooid deelword
il
a
regardé
la finale de l'Eurovision.
hij
heeft
naar de Eurovisie finale
gekeken
.
Slide 3 - Slide
Aujourd'hui (vandaag), vous voyagez. Hier (gisteren), .....
A
vous avez voyager
B
vous voyagerez
C
vous avez voyagé
D
vous voyagiez
Slide 4 - Quiz
Passé composé
Hulpwerkwoord
avoir of être + voltooid deelwoord
Voltooid deelword -
er --> é, ir --> i (of soms) u, -ire of -re --> u (of soms i)
Slide 5 - Slide
Voltooid deelword : -é, -i of -u
Mang
er
= j'ai mang
é
Part
ir
= je suis part
i
(behalve venir = je suis venu)
Voul
oir
= il a voul
u
Exception
(geen -é, -i of -u):
faire = j'ai fai
t
Slide 6 - Slide
De voltooide deelwoorden van de onregelmatige werkwoorden moet je uit je hoofd leren!
avoir -->
eu
bijv. Tu as eu (jij hebt gehad)
être -->
été
bijv. Nous avons été (wij zijn geweest)
faire -->
fait
bijv. Elles ont fait (zij hebben gemaakt)
prendre -->
pris
bijv. Elle a pris (zij heeft genomen)
venir ->
venu
bijv. Elle est venue (zij is gekomen)
Slide 7 - Slide
Hier, (wij hebben gereisd) au Canada.
Slide 8 - Open question
(ik heb gehad) un test de néerlandais
Slide 9 - Open question
(hij is geweest) malade, c'est très dommage....
Slide 10 - Open question
Passé composé : met
être
of
avoir
?
1/ Ongeveer 90% van de werkwoorden gebruiken "avoir"als hulpwerkwoord.
2/ Vergelijk met de Nederlandse taal:
tu
as
mangé
un hamburger = jij
hebt
een hamburger
gegeten
je
suis
allé
au Canada = ik
ben
naar Canada
gegaan
.
Staat het werkwoord op de "montagne d'être"?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Être is bijzonder:
Als être het hulpwerkwoord is
komen er letters bij!
+ e voor vrouwelijk!
+ s voor meervoud!
Voorbeeld:
Zij is gegaan = elle est allé
e
Zij zijn gegaan = Ils sont allé
s
(of Elles sont allé
es
)
Slide 13 - Slide
Reda et Hamza, (jullie zijn gegaan) à Paris, c'est fantastique !
Slide 14 - Open question
vous êtes allés. Waarom en "s" achter allé?
Slide 15 - Mind map
Être is bijzonder:
Als être het hulpwerkwoord is
komen er letters bij!
+ e voor vrouwelijk!
+ s voor meervoud!
Voorbeeld:
Zij is gegaan = elle est allé
e
Zij zijn gegaan = Ils sont allé
s
(of Elles sont allé
es
)
Slide 16 - Slide
Dunyah ... en vacances en France (partir)
Slide 17 - Open question
Ornelle ... en vacances en France (partir)
Slide 18 - Open question
Joseph... sur la montagne ! (monter)
Slide 19 - Open question
Rosa et Juliette ... sur la montagne ! (monter)
Slide 20 - Open question
Zelfstandig werken
http://www.ticotac.org/ovc/exercices/passe_compose/pc_avoir_en_etre_en_accord_en_uitzonderingen.htm
Slide 21 - Slide
www.ticotac.org
Slide 22 - Link
Objectif numéro 2
L'
imparfait
!
Slide 23 - Slide
C'est de l'imparfait :
A
je suis malade
B
j'ai été malade
C
j'étais malade
D
je serai malade
Slide 24 - Quiz
Hoe maak je de imparfait?
Slide 25 - Mind map
Imparfait (o.v.t.)
Als je vertelt hoe iets in het verleden
was
, gebruik je vaak de imparfait.
De imparfait bestaat uit:
- een stam
- een uitgang
Slide 26 - Slide
Imparfait - voorbeeld
nous-vorm présent - ons + uitgang
bijvoorbeeld, écouter:
nous écoutons (présent - tegenwoordige tijd)
écout ("ons"gaat weg)
nous écoutions (uitgang "ions" met "nous")
Slide 27 - Slide
Uitgangen imparfait
De stam van de imparfait =
nous-vorm présent - ons
Bijv. nous avons> stam wordt av-
Uitgangen imparfait:
ais -ais - ait - ions - iez - aient
Slide 28 - Slide
Hoe maak je de imparfait?
Slide 29 - Mind map
Slide 30 - Slide
Imparfait - être
nous sommes (présent - tegenwoordige tijd)
nous étions (imparfait)
Stam van "être" is "ét-":
J'étais - tu étais - il/ elle/ on était - nous étions - vous étiez - ils/ elles étaient
Slide 31 - Slide
Lawrik (was) un enfant très gentil
Slide 32 - Open question
Lesdoelen behaald?
- Je kunt werkwoorden in de passé composé
vervoegen;
- Je kunt werkwoorden in de imparfait
vervoegen.
Slide 33 - Slide
Heb je de lesdoelen behaald?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 34 - Poll
More lessons like this
Les 6
September 2022
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 6
September 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 6
September 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
5A, chapitre 5 grammaire A
April 2023
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Klas 3 - Le passé composé met être
September 2024
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klas 3 - CH3 - D Grammaire; Le passé composé
February 2024
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
h2 passé composé herhaling unité 1
September 2023
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Passé composé met avoir of être
14 days ago
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2