klas 2D 2KGT Deel 2 H4.1 Toename en afname in procenten
Deel 2 4.1 Toename en afname in procenten
Leg je boek, schrift, rekenmachine en etui op tafel1 / 36
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2
This lesson contains 36 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Deel 2 4.1 Toename en afname in procenten
Leg je boek, schrift, rekenmachine en etui op tafelSlide 1 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De breuk en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde.
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel.
1% = , dus 10% =
1001
10010=101
101
Slide 2 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
Opdracht 4 vaan de voorkennis:
Aanbieding voor gympen.
De gympen kostten eerst €59,-
Hoe bereken je de nieuwe prijs?
Slide 3 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
Opdracht 4 vaan de voorkennis:
Aanbieding voor gympen.
De gympen kostten eerst €59,-
Hoe bereken je de nieuwe prijs?
Met een procententabel!
Slide 4 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Slide 5 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
Slide 6 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
€
Slide 7 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
€
59
Slide 8 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
€
59
65
Slide 9 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
€
59
65
?
Slide 10 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
€
59
65
?
1
x
Slide 11 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
€
59
65
?
1
x
Slide 12 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
€
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100
Slide 13 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
€
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100
Slide 14 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
Gympen
€
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100
× 65
× 65
Slide 15 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
59 ÷ 100 × 65 = 38,35
Gympen
€
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100
× 65
× 65
Slide 16 - Slide
Voorkennis H4: Procenten
De gympen kostten eerst €59,-
Nu betaal je 65%
59 ÷ 100 × 65 = 38,35
Dus de nieuwe prijs
is €38,35.
Gympen
€
59
65
?
1
x
÷ 100
÷ 100
× 65
× 65
Slide 17 - Slide
Stappenplan rekenen met procenten
- Vraag jezelf af of de vraag over procenten gaat.
- Zo ja, maak dan het schema.
- Vul het getal onder de 100 in. (ALLES)
- Vul het getal achteraan in.
- Krijg je een %, dan bovenin.
- Krijg je een aantal, dan onderin. - Zet tussen de twee ingevulde getallen een 1.
- Zet de verhoudingspijlen er bij en vul hier de berekeningen in.
- Reken het gevraagde getal uit. (niet afronden)
- Schrijf je conclusie op. Dus... (hier mag je afronden)
Slide 18 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Slide 19 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
Slide 20 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-
Slide 21 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-
Wat is de toename in procenten?
Slide 22 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-
Wat is de toename in procenten?
We gebruiken weer een procententabel.
Slide 23 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Slide 24 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Huurverhoging
€
Slide 25 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Huurverhoging
€
265
Slide 26 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Huurverhoging
€
265
8
Slide 27 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Huurverhoging
€
265
8
?
Slide 28 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Huurverhoging
€
265
8
?
1
x
Slide 29 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Huurverhoging
€
265
8
?
1
x
Slide 30 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Huurverhoging
€
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
Slide 31 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Huurverhoging
€
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
Slide 32 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
Huurverhoging
€
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8
Slide 33 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
100÷265×8 = 3,018...
Huurverhoging
€
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8
Slide 34 - Slide
4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
100÷265×8 = 3,018...
Dus een toename van 3,0%.
Huurverhoging
€
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8
