4T eindexamen 2021

1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Eindexamen: Lezen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Duits Eindexamen
  • Lezen: ongeveer 14 teksten
  • 2 uur (2,5 uur verlengers)
  • Woordenboek Duits🇩🇪 - Nederlands🇳🇱 
  • zelf aanschaffen👨‍🎓

Slide 5 - Slide

🇩🇪Duits🇩🇪 Eindexamen
  1.  Vraag lezen!
  2. Meerkeuze / antwoorden lezen: welke antwoorden?
  3. Antwoord zoeken alinea / zin / tekst?
  4. Wegstrepen van foute antwoorden

Slide 6 - Slide

De opbouw van de tekst 
titel
inleiding
alinea
bron
plaatje

Slide 7 - Drag question

korte tekst
lange tekst
scantekst
gatentekst

Slide 8 - Drag question

Wat betekent:

Absatz
A
zin
B
alinea
C
regel
D
tekstdeel

Slide 9 - Quiz

Wat betekent:

Zeile
A
zin
B
alinea
C
regel
D
tekstdeel

Slide 10 - Quiz

Wat betekent:

Satz
A
zin
B
alinea
C
regel
D
tekstdeel

Slide 11 - Quiz

Wat betekent:

Sätze
A
zinnen
B
alinea
C
regel
D
tekstdeel

Slide 12 - Quiz

de schrijver
de regel
het doel
de titel
Der Verfasser

das Ziel

die Zeile
die Überschrift

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Ich habe statt das Auto, doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...
A
gevolg/conclusie
B
reden/verklaring
C
tegenstelling
D
uitbreiding/opsomming

Slide 19 - Quiz

Ich gehe ins Kino, denn ich finde das toll!
denn = .......
A
reden/verklaring
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
voorbeeld geven

Slide 20 - Quiz

Ich habe Englisch, und sogar Deutsch!!!
sogar = .........
A
gevolg/conclusie
B
vergelijking
C
versterking
D
tegenstelling

Slide 21 - Quiz

In Utrecht ist viel zu tun, es gibt zum Beispiel viele verschiedene Museen.
zum Beispiel = ....
A
voorbeeld geven
B
vergelijking
C
reden/verklaring
D
uitbreiding/opsomming

Slide 22 - Quiz

Es ist verboten zu rauchen im Krankenhaus, auch auf dem Schulhof darf nicht mehr geraucht werden.
auch= ....
A
conclusie
B
hoeveelheid
C
voorbeeld
D
uitbreiding/opsomming

Slide 23 - Quiz

Es gibt Leute die viel verdienen, aber manche verdienen wenig
aber =
A
dus
B
maar
C
meestal
D
toen

Slide 24 - Quiz

Bisher hat mein Bruder immer gearbeitet.
Bisher =
A
eerst
B
vooral
C
voordat
D
tot nu toe

Slide 25 - Quiz

Während die Freunde Spass hatten, hatte der Jungen den Unfall.
Während=
A
al
B
hoewel
C
tijdens
D
tegenwoordig

Slide 26 - Quiz

Ich habe ...... immer viel verdient.
welk signaalwoord ontbreekt?
A
auch
B
also
C
obwohl
D
schon

Slide 27 - Quiz

Ich habe keine Schulden, .... kann ich ein Haus kaufen
welk signaalwoord ontbreekt?
A
doch
B
deshalb
C
denn
D
gerade

Slide 28 - Quiz

also
damit
deshalb
auch
dagegen
sogar
ook
zelfs
zodat
daarom
dus
daarentegen

Slide 29 - Drag question

het woordenboek

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Welke vraagsoorten ken jij?

Slide 33 - Open question

signaalwoorden

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video