DHV2R week 13 woordenschat h4

Welkom online DHV2R!
Log met je eigen naam alvast in op LessonUp. Zet je camera aan en je microfoon uit. 

Startopdracht
Theorie H4 Woordenschat
Klassikale opdracht

Ik kan rijmende uitdrukkingen herkennen en begrijpen.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom online DHV2R!
Log met je eigen naam alvast in op LessonUp. Zet je camera aan en je microfoon uit. 

Startopdracht
Theorie H4 Woordenschat
Klassikale opdracht

Ik kan rijmende uitdrukkingen herkennen en begrijpen.

Slide 1 - Slide

Startopdracht 

Slide 2 - Slide

1 Vul in de zinnen a tot en met f op de plaats van de puntjes woorden in.
a Op Schiphol worden sommige reizigers van top tot ..... gefouilleerd.
b Mijn kleine neefje zei boe noch ..... toen hem gevraagd werd hoe hij heette.
c De jongen die de kleuter uit de vijver redde, heeft zijn lintje dubbel en ...... verdiend.
d Gelukkig heeft onze buurvrouw ons met raad en ..... bijgestaan na de brand.
e De nieuwe buren wisten de eerste weken heg noch ..... in onze stad.
f Britt heeft ons in geuren en ..... verteld hoe haar eerste afspraakje met Joric verliep.

Slide 3 - Open question

2 Wat is de overeenkomst tussen de onderstreepte woorden in de zinnen a, b en c en die in de zinnen d, e en f?


a Op Schiphol worden sommige reizigers van top tot teen gefouilleerd.
b Mijn kleine neefje zei boe noch bah toen hem gevraagd werd hoe hij heette.
c De jongen die de kleuter uit de vijver redde, heeft zijn lintje dubbel en dwars verdiend.
d Gelukkig heeft onze buurvrouw ons met raad en daad bijgestaan na de brand.
e De nieuwe buren wisten de eerste weken heg noch steg in onze stad.
f Britt heeft ons in geuren en kleuren verteld hoe haar eerste afspraakje met Joric verliep. 

Slide 4 - Slide

2 Wat is de overeenkomst tussen de onderstreepte woorden in de zinnen a, b en c en die in de zinnen d, e en f?


Slide 5 - Open question

3 Wat betekenen de rijmende woordparen?
van top tot teen
boe nog bah
dubbel en dwars
raad en daad
heg noch steg
in geuren en kleuren
helemaal; geheel en al
helemaal niets; geen enkel woord 
ruim; meer dan honderd procent 
advies en hulp 
in het geheel de weg niet 
uitvoerig; met alle bijzonderheden 

Slide 6 - Drag question

Rijmende uitdrukkingen
In veel uitdrukkingen staan woordparen. Als deze woorden op elkaar rijmen, spreken we van rijmende uitdrukkingen. Het kan gaan om:
– beginrijm of alliteratie: voor dag en dauw;
– eindrijm: met hand en tand.

De volgorde van deze woordparen staat vast; je zegt bijvoorbeeld niet voor dauw en dag of met tand en hand.

Slide 7 - Slide

Rijmende uitdrukkingen
In langere uitdrukkingen of spreekwoorden kunnen ook rijmende woordparen voorkomen:
Baat het niet, dan schaadt het niet.
Dit betekent: Het helpt misschien niet, maar het kan ook geen kwaad.
Een ezel stoot zich in het gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen.
Dit betekent: Meestal maak je niet twee keer dezelfde fout.

Slide 8 - Slide

Klassikale opdracht

Slide 9 - Slide

a Voordat de bank geld aan hem leent, moet hij iets vertellen over zijn financiële handel en wandel.

1. Noteer de rijmende uitdrukking.
2. Geef de betekenis van de rijmende uitdrukking.

Slide 10 - Open question

b Martin heeft willens en weten het oude vrouwtje opgelicht en moet daarvoor boeten.

1. Noteer de rijmende uitdrukking.
2. Geef de betekenis van de rijmende uitdrukking.

Slide 11 - Open question

c Ik kan niet op stel en sprong al jouw vragen beantwoorden.

1. Noteer de rijmende uitdrukking.
2. Geef de betekenis van de rijmende uitdrukking.

Slide 12 - Open question

d Binnenkort ontvangen jullie meer informatie over het dagelijks reilen en zeilen tijdens de werkweek.

1. Noteer de rijmende uitdrukking.
2. Geef de betekenis van de rijmende uitdrukking.

Slide 13 - Open question

e Als we met z'n allen gaan kamperen, moeten we de lusten en de lasten delen.

1. Noteer de rijmende uitdrukking.
2. Geef de betekenis van de rijmende uitdrukking.

Slide 14 - Open question

f Nederlanders staan wijd en zijd bekend om hun zuinigheid: wel kijken, niet kopen.

1. Noteer de rijmende uitdrukking.
2. Geef de betekenis van de rijmende uitdrukking.

Slide 15 - Open question

Vooruitblik
In de volgende twee lessen gaan we hiermee verder.

Vergeet je leesboek niet mee te nemen als je fysiek les hebt!

Slide 16 - Slide

Welkom DHV2R!
Log met je eigen naam alvast in op LessonUp. Zet je camera aan en je microfoon uit. 

Lezen
Zelfstandig werken

Ik kan rijmende uitdrukkingen herkennen en begrijpen.

Slide 17 - Slide

Lezen
Pak je leesboek erbij en ga tien minuten voor jezelf in stilte lezen.
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 2 en 3 van H4 Woordenschat.

Aan het einde van de les zijn deze opdrachten af.

Klaar? Laat de docent het controleren en ga aan de slag met een ander vak. 

Slide 19 - Slide

Welkom DHV2R!
Log met je eigen naam alvast in op LessonUp. Zet je camera aan en je microfoon uit. 

Lezen
Zelfstandig werken

Ik kan rijmende uitdrukkingen herkennen en begrijpen.

Slide 20 - Slide

Lezen
Pak je leesboek erbij en ga tien minuten voor jezelf in stilte lezen.
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 4 en 5 van H4 Woordenschat.

Aan het einde van de les zijn deze opdrachten af.

Klaar? Laat de docent het controleren en ga aan de slag met een ander vak. 

Slide 22 - Slide