25.03.25 - Stunde 4

Guten Morgen Rick
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Guten Morgen Rick

Slide 1 - Slide

Inhalt
  • Wie war dein Wochenende?
  • Smalltalk: Thema Freizeit
  • Rückblick
  • Pause
  • Vortrag/Monolog halten
  • Grammatik: haben, sein und werden
  • Abschluß

Slide 2 - Slide

Smalltalk: Wochenende

Slide 3 - Slide

Smalltalk: Freizeit

Slide 4 - Slide

Rückblick
  • Was sind Personalpronomen?
  • Vormen van 'ik' in 1e, 3e en 4e naamvallen zijn?
  • Benoem pv in de eerste naamval
  • Benoem pv in de vierde naamval
  • Benoem pv in de derde naamval

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Endlich Pause 😁

Slide 7 - Slide

Monolog/Vortrag WSF

Slide 8 - Slide

Haben, sein und werden

Slide 9 - Slide

Warum diese Verben?
Als je bij een bedrijf als Weenk Infra Foundations werkt en regelmatig met Duitse klanten of partners spreekt, is het belangrijk dat je deze drie basiswerkwoorden goed beheerst. Ze vormen de kern van zakelijke communicatie en worden dagelijks gebruikt bij het beschrijven van projecten, werkzaamheden, afspraken en toekomstplannen.

Slide 10 - Slide

1. HABEN – Bezit, afspraken en projectstatus
Nuttig om te praten over bezittingen, verantwoordelijkheden, afspraken of gemaakte fouten.

📌 Tegenwoordige tijd (Präsens):
Wir haben einen neuen Auftrag aus Deutschland. → Wij hebben een nieuwe opdracht uit Duitsland.

📌 Verleden tijd (Präteritum):
Letzte Woche hatten wir ein wichtiges Meeting mit dem Bauleiter. → Vorige week hadden we een belangrijk overleg met de uitvoerder.

📌 Voltooid deelwoord (Perfekt):
Wir haben die Fundamente bereits vorbereitet. → We hebben de funderingen al voorbereid.

🎯 Zakelijk voordeel: Je kunt duidelijk aangeven wat je bedrijf bezit, gedaan heeft of nog moet doen.

Slide 11 - Slide

2. SEIN – Situaties beschrijven, locaties en stand van zaken
Nuttig bij het aangeven van locaties, aanwezigheid, status of veranderingen.

📌 Tegenwoordige tijd (Präsens):
Der Bauleiter ist auf der Baustelle. → De uitvoerder is op de bouwplaats.

📌 Verleden tijd (Präteritum):
Letzte Woche war das Material noch nicht da. → Vorige week was het materiaal er nog niet.

📌 Voltooid deelwoord (Perfekt):
Wir sind gestern pünktlich angekommen. → We zijn gisteren op tijd aangekomen.

🎯 Zakelijk voordeel: Je kunt situaties en ontwikkelingen helder communiceren – iets wat cruciaal is in de bouw en logistiek.

Slide 12 - Slide

3. WERDEN – Toekomstplannen en passieve constructies
Nuttig bij het maken van planningen, aangeven van veranderingen of formele communicatie in passieve vorm.

📌 Tegenwoordige tijd (Präsens):
Der Beton wird morgen geliefert. → Het beton wordt morgen geleverd.

Wir werden das Fundament nächste Woche gießen. → We gaan het fundament volgende week storten.

📌 Verleden tijd (Präteritum):
Der Auftrag wurde letzte Woche bestätigt. → De opdracht werd vorige week bevestigd.

📌 Voltooid deelwoord (Perfekt):
Die Arbeiten sind bereits abgeschlossen worden. → De werkzaamheden zijn al afgerond.

🎯 Zakelijk voordeel: Je kunt professioneel en beleefd spreken over acties die gedaan worden (passief), of toekomstplannen duidelijk maken.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Hinweise
  • Kijk Duitse tv/films/series/shows/YouTube
  • Gebruik DuoLingo app
  • Spreek Duits als je in Duitsland bent
  • Wees niet bang om fouten te maken
  • Lees Duitse bladen/boeken/krant/internetpagina's
  • Oefen met collega's en vrienden
  • Stapsgewijs leren

Slide 15 - Slide

Vielen Dank und bis nächste Woche!

Slide 16 - Slide