This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
paragraaf 4:
einde van de opstand
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Welke gevolgen had de onafhankelijkheidsverklaring van de Noordelijke Nederlanden voor de politiek en het geloof?
Waardoor werden de opstandelingen steeds sterker?
Hoe eindigde de Tachtigjarige Oorlog?
Andere oorlogen in Europa
Slide 2 - Slide
wat gaan we doen?
uitleg
Tijdbalk maken
maak opdrachten in paragraaf 4:
1 tot en met 5
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
1572
1579
1581
1588
Inname van Den Briel
Unie van Utrecht
Plakkaat van Verlatinge
De Republiek der Verenigde Nederlanden
Slide 5 - Drag question
De Republiek:
Gewestelijke staten voor eigen gewest
---
Staten-Generaal voor alle gewesten
Slide 6 - Slide
In de Nederlanden was géén vorst,
(itt de situatie in het buitenland)
maar lag het bestuur in handen van de rijke burgers (Holland/Zeeland)
XXX
Slide 7 - Slide
Staten - Generaal
- buitenlandse zaken
- oorlog en vrede
Gewestelijke Staten
- rechtspraak
- bestuur (eigen wetten)
Slide 8 - Slide
Raadpensionaris
Soort minister-president van de gewesten
Vertegenwoordigde het belangrijkste gewest (Holland) in de Staten-Generaal
Hij wilde rust en vrede om de handel veilig te stellen!
Slide 9 - Slide
Stadhouder
opperbevelhebber van leger en vloot
geen oorlog: geen werk...
Slide 10 - Slide
schema van het bestuur.
Slide 11 - Slide
aan het werk
tijdbalk opdracht:
maak een tijdbalk: volgende gebeurtenissen moeten er in staan
1) Beeldenstorm
2) begin van de Opstand
3) Unie van Utrecht
4) Plakkaat van verlating
5) Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden ontstaat
6) Vrede van Munster
7) Val van Antwerpen
klaar> ga de opdrachten van paragraaf 4 maken : 1 tot met 5 is huiswerk
Slide 12 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
herhalingsquiz
- uitleg over de strijd na 1584 en op weg naar vrede,
aan het werk: paragraaf 4 af
Doe nu mee met de quiz!
Slide 13 - Slide
Hoe heet, wat wij nu al Nederland kennen, in de 17e eeuw?
A
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
B
De Republiek der Zeventien Verenigde Nederlanden
C
Koninkrijk Nederland
D
De Bataafse Republiek
Slide 14 - Quiz
Hoe heet de bijeenkomst van alle gewesten bij elkaar?
A
Gewestelijke Staten
B
Landvoogdes
C
Stadhouder
D
Staten-Generaal
Slide 15 - Quiz
Raadspensionaris ( 2 antwoorden)
A
opperbevelhebber Staatse leger
B
hoofd van Staten-Generaal
C
benoemt regenten
D
bepaalt militair beleid
Slide 16 - Quiz
Wat is een stadhouder?
A
Legeraanvoerder
B
Burgemeester
C
Voorzitter van Staten-Generaal
D
Hoogste baas van de VOC
Slide 17 - Quiz
De ................ besliste of Nederland oorlog ging voeren of niet
A
gewestelijke staten
B
Staten-Generaal
Slide 18 - Quiz
STATEN GENERAAL ZIJN VERANTWOORDELIJK VOOR ....
A
BINNENLANDS BELEID + MILITAIR BELEID
B
BUITENLANDS BELEID + RECHTSPRAAK
C
BINNENLANDS BELEID + REGENTEN
D
BUITENLANDS BELEID + MILITAIR BELEID
Slide 19 - Quiz
Waar bestond vroeger de Staten-Generaal uit?
A
Burgemeesters
B
Vertegenwoordigers uit de gewesten
C
1e en 2e kamer
D
Ministers en de koning
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Video
wat betekent tolerant
Slide 22 - Mind map
hoe tolerant?
binnenshuis mocht je geloven wat je wilde, maar niet in het openbaar.
Slide 23 - Slide
buitenkant
binnenkant
Slide 24 - Slide
De strijd na 1584
Oorzaken succes opstandelingen:
Groei van de handel en nijverheid van
Holland en Zeeland (huurleger op tijd betalen);
Filips II voerde veel oorlogen tegelijk
(weinig aandacht en geld Nederlanden);
Republiek kreeg sterke bondgenoten
(Engeland en Frankrijk);
1585 Maurits van Oranje volgde Willem op (succesvolle legeraanvoerder).
Slide 25 - Slide
Vrede van Munster 1648
1. Vrede met Spanje. Spanje erkende de Republiek als zelfstandig land.
2. zuidelijke Nederlanden blijven bij Spanje
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
aan het werk: maak paragraaf 4, opdracht 1 t/m 5
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
nakijken opdrachten 1 t/m 5 par 1.4
Slide 30 - Slide
1. Wat weet je inmiddels over Willem van Oranje?
plaats in de samenleving: Willem van Oranje was een hoge edelman, die door Filips II tot stadhouder was benoemd.
welke functies hij had: Na de Beeldenstorm ontsloeg Filips II hem, maar het gewest Holland benoemde hem vervolgens tot aanvoerder van het leger en de vloot van de opstandelingen, waarbij hij de titel ‘stadhouder’ behield.
hoe hij over religie dacht: Hij was katholiek (een deel van zijn leven), maar vond dat mensen vrij moesten zijn te geloven wat ze wilden. Hij vond dat Filips II de protestanten te hard aanpakte.
hoe hij de geschiedenis van de Nederlanden heeft beïnvloed: Hij had grote invloed op de geschiedenis van de Nederlanden, want hij gaf leiding aan de Opstand.
en wanneer en hoe hij stierf: Hij werd in 1584 vermoord.
Slide 31 - Slide
2. Leg uit waarom de afgescheiden gewesten zo’n groot en duur grafmonument voor Willem van Oranje lieten maken.
Willem van Oranje had in de eerste fase de Opstand geleid. In die periode hadden de opstandige gewesten een deel van de Nederlanden kunnen veroveren en zich afgescheiden van het Spaanse Rijk.
Je zou dus kunnen zeggen dat Willem van Oranje een nieuw, onafhankelijk land was begonnen. De gewesten wilden dat niemand dit ooit zou vergeten. Daarom lieten ze zo’n mooi monument maken.
Slide 32 - Slide
3. Bedenk waarom de gewesten pas 25 jaar na de dood van Willem van Oranje opdracht gaven tot de bouw van een grafmonument.
Antwoord D: Na de dood van Willem van Oranje was lange tijd onzeker of de Opstand zou slagen.
Slide 33 - Slide
4. a Tussen 1581 en 1588 verloren de opstandige gewesten veel terrein aan de Spanjaarden. Maar in deze tijd hadden ze nóg een politiek-bestuurlijk probleem. Welk probleem was dat?
De gewesten hadden geen koning meer en konden die ook niet vinden.
Slide 34 - Slide
4b.Hoe losten de gewesten dit probleem in 1588 op?
Ze hielden zelf de macht en vormden een land met zeven aparte gewestelijke besturen.
Slide 35 - Slide
5. a Leg de naam ‘Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden’ uit.
De Republiek bestond uit zeven afzonderlijke gewesten (de zeven ‘Nederlanden’), die zich hadden ‘verenigd’ (die dus op bepaalde gebieden samenwerkten).
Slide 36 - Slide
5 b.
Slide 37 - Slide
invullen schema
A= gewestelijke staten (7)
B=Stadhouder
C=Staten-Generaal
Slide 38 - Slide
5 c. Hoe veranderde de rol van de stadhouder tussen 1560 en 1590?
In 1560 (dus vóór de Opstand) was de stadhouder in dienst van de Spaanse koning en bestuurde hij een gewest.
In 1590 (na de stichting van de Republiek) was de stadhouder in dienst van de Gewestelijke Staten en voerde hij de strijdkrachten aan.