Les 2 Elektriciteit: Stroomkringen

Nodig: pen, opdrachtenblad 'elektronica', werkblad 'elektronica', elektrodoos
Welke onderdelen heeft een stroomkring? En wat is een gesloten stroomkring?
  1. Ik kan uitleggen wat het effect is van een grotere spanningsbron.
  2. Ik onderzoek welke materialen geleiden en isoleren.

  1. Afmaken opdracht: Elektronica + Maak de vragen van het werkblad: Elektronica.
  2. Opdracht: Ringsteekspel of Informatiespel
Opdracht 6, 7 en 9 van het werkblad bespreken. 
1 / 6
next
Slide 1: Slide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerroute 1Leerroute VBLeerroute VKLeerroute VG

This lesson contains 6 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nodig: pen, opdrachtenblad 'elektronica', werkblad 'elektronica', elektrodoos
Welke onderdelen heeft een stroomkring? En wat is een gesloten stroomkring?
  1. Ik kan uitleggen wat het effect is van een grotere spanningsbron.
  2. Ik onderzoek welke materialen geleiden en isoleren.

  1. Afmaken opdracht: Elektronica + Maak de vragen van het werkblad: Elektronica.
  2. Opdracht: Ringsteekspel of Informatiespel
Opdracht 6, 7 en 9 van het werkblad bespreken. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke onderdelen heeft een stroomkring? En wat is een gesloten stroomkring?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Stroomkring
  • Energiebron/spanningsbron (bv. batterij) 
  • Geleider (bv. stroomdraad)
  • Gebruiker (bv. lampje)

Gesloten stroomkring = verbruiker werkt 
(bv. de lamp is aan)

Slide 3 - Slide

In een simpele (elektrische) stroomkring heb je nodig: 
  • Energiebron/spanningsbron (bv. batterij) (het kan ook o.a. een accu, een dynamo, elektriciteit uit het stopcontact zijn)
  • Geleider (bv. stroomdraad)
  • Gebruiker (bv. lampje) (kan ook o.a. LEDje, zoemer, luidspreker, motor, display zijn)
De stroomkring is gesloten als er stroom naar het de verbruiker loopt en de verbruiker werkt (bv. een lamp is aan).
Opdracht 6: Motor
Maak de schakeling. 
A. De motor draait rechtsom/linksom.
Leg de propeller op de driepunt van de motor.
B. De propeller wil omhoog/omlaag.

Maak de schakeling met de motor andersom.
C. De motor draait rechtsom/linksom.
D. De propeller wil omhoog/omlaag.











Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 7: Vliegende schotel
Hoe kan het dat de motor harder draait dan bij de vorige opdracht (opdracht 6)?



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 8: Geleiding tester
Onderzoek of materialen stroom geleiden of niet.

  • Welke materialen heb je onderzocht? 
  • Was het een geleider of isolator?







Slide 6 - Slide

This item has no instructions